3290. Twence Mestverwaarding locatie Elhorst-Vloedbelt, gemeente Zenderen

Twence B.V. wil op de locatie Elhorst-Vloedbelt in de gemeente Borne een mestverwerker realiseren om een bijdrage te leveren aan het oplossen van het mestoverschot in het Twents deel van de provincie Overijssel. Voordat de provincie besluit over het provinciale inpassingsplan en de omgevingsvergunning, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. In een eerder advies concludeerde de Commissie dat nog niet duidelijk was hoe daadwerkelijk optredende effecten (stikstof, geur) worden gemonitord. Ook gaf het rapport geen inzicht in de milieugevolgen van de opwerking van biogas tot aardgaskwaliteit. Twence B.V. heeft in een tweede aanvulling op het rapport hierover nieuwe informatie gegeven. De provincie Overijssel heeft de Commissie gevraagd deze nieuwe informatie te beoordelen.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
06-02-2018 Adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.
23-05-2018 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Toetsing
09-08-2018 Ter inzage legging MER
13-08-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
12-10-2018 Voorlopig advies uitgebracht
Persbericht
Voorlopig toetsingsadvies
Toetsing aanvulling op het MER
10-10-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
30-11-2018 Advies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht
Toetsing 2e aanvulling op het MER
03-12-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
19-12-2018 Advies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies over het MER en de 2e aanvulling daarop
Uit de nieuwe informatie blijkt dat de ammoniakemissie van de mestverwerker conti-nue zal worden gemonitord. Als de daadwerkelijke ammoniakemissie hoger is dan vergund, zal een extra zuivering plaatsvinden. De geuremissies worden gemonitord bij de opstart van de installatie en daarna ieder half jaar.
Ook het proces van biogasopwerking tot aardgaskwaliteit is nu in detail beschreven, inclusief het gebruik van hulpstoffen, de restproducten die ontstaan en het energie-gebruik. Voor een veilige ‘start-up’ of tijdens een noodsituatie kan het nodig zijn het gas af te fakkelen. Dit leidt naar verwachting niet tot milieugevolgen.

Het aangevulde rapport geeft nu voldoende inzicht in de gevolgen van de mestver-werker en de opwerking van biogas om hierover een besluit te nemen.

Toetsingsadvies over het MER en de 1e aanvulling daarop
Met de aanvulling op het rapport is veel nieuwe en goede informatie beschikbaar gekomen. Hierdoor is nu duidelijk wat de gevolgen voor de luchtkwaliteit, natuur en geurhinder kunnen zijn. Hoe de daadwerkelijke optredende effecten (stikstof, geur) gemonitord gaan worden, vraagt nog wel extra aandacht. Want uit de nieuwe informatie blijkt dat er met de luchtwassers zeer veel stikstof verwijderd moet gaan worden om te voorkomen dat beschermde natuurgebieden in de omgeving, zoals Engbertdijkvenen, te zwaar belast worden. Dit vraagt om het systematisch monitoren van de daadwerkelijke stikstofuitstoot en inzicht in maatregelen ‘achter de hand’, die ingezet kunnen worden als de daadwerkelijk optredende emissies hoger zijn dan nu voorzien. Het initiatief is recent aangepast en uitgebreid met de opwerking van groengas tot aardgaskwaliteit. Welke milieugevolgen hiermee samenhangen is nog onvoldoende duidelijk. Hiervoor moeten de verschillende processtappen van de opwerking in meer detail beschreven worden. De initiatiefnemer gaat op deze punten opnieuw aanvullende informatie geven. De provincie Overijssel heeft de Commissie gevraagd om ook deze aanvullende informatie, zodra deze beschikbaar is, te beoordelen.

Voorlopig toetsingsadvies
De Commissie vindt dat in het rapport de keuze voor de locatie Elhorst-Vloedbelt en de methode van mestverwerking goed is onderbouwd. Welk type mest de installatie ingaat en welke stoffen de installatie uit komen is echter nog onvoldoende duidelijk. Hierdoor is niet te controleren of de effecten, zoals op de luchtkwaliteit, de natuurwaarden en de geuroverlast, zo beperkt zijn als het rapport aangeeft. De initiatiefnemer gaat op deze punten aanvullende informatie geven. De provincie Overijssel heeft de Commissie gevraagd om de aanvullende informatie, zodra deze beschikbaar is, opnieuw te beoordelen.

Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert in het rapport de gekozen locatie en methode voor de mestverwerking te onderbouwen. Dit kan door een overzicht van locaties en mestverwerkingsmethoden op te nemen die zijn overwogen met daarbij de voor- en nadelen voor het milieu.
Ook moet het rapport inzicht geven in de gevolgen van de mestverwerking voor geur- en geluidhinder, luchtkwaliteit, landschap en natuur. Betrek daarbij zo mogelijk de ervaringen bij vergelijkbare mestverwerkingsinstallaties elders. Tot slot adviseert de Commissie de milieugevolgen van de aanvoer van de mest en de afvoer van de eindproducten, zoals fosfaat- en kaliummeststoffen, ammoniakwater en biogas te beschrijven.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Sjoerd Bokma
ir. Tanja Bremer
ir. Arjen Brinkmann
drs. Sjef Jansen

Voorzitter: mr. Tom Smit
Werkgroepsecretaris: dr. Geert Draaijers

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Twence B.V.

Bevoegd gezag
Provincie Overijssel

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Overijssel


Bijgewerkt op: 19 dec 2018