In 2016 vroegen overheden in Nederland iets meer adviezen aan dan in 2015. De dalende trend van de afgelopen jaren is daarmee doorbroken. De pilots waarin we verkennen hoe milieueffectrapportage optimaal ondersteuning biedt bij het maken van keuzes in een omgevingsplan of omgevingsvisie, zijn veelbelovend en worden met enthousiasme ontvangen. Naast klimaatverandering en gezondheid in m.e.r. kreeg de koppeling van milieueffectrapportage en participatie extra aandacht.
De resultaten van onze samenwerking met het ministerie van Buitenlandse zaken zijn eind 2016 onafhankelijk geëvalueerd. De conclusies zijn lovend en daar zijn we trots op. Binnen de samenwerking wordt onze ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland steeds belangrijker. Samen met hen werken we aan een goede kwaliteit van milieueffectrapporten voor Nederlandse investeringen in ontwikkelingslanden.
Een greep uit onze projecten en activiteiten presenteren we in dit jaarverslag.
Aantal adviezen van de commissie m.e.r. steeg licht
Aantal adviezen en thema's in Nederland
Wij brachten 159 adviezen uit in 2016, waarvan 44 procent verplichte toetsingsadviezen van milieueffectrapporten en 56 procent vrijwillige adviezen, bijvoorbeeld bij de start over de gewenste inhoud van een milieueffectrapport en tussentijds bij belangrijke keuzes. In 2015 brachten we in totaal 141 adviezen uit.
Het totaal aantal toetsingen van milieueffectrapporten steeg licht. De trend in daling van het aantal toetsingen van milieueffectrapporten de afgelopen jaren lijkt daarmee gestopt.
Het aantal vrijwillige adviezen steeg voor het derde jaar op rij van 46 adviezen in 2014, 50 adviezen in 2015 naar 89 in 2016. De stijging komt onder andere door de pilots waarin we verkennen hoe milieueffectrapportage optimaal ondersteuning biedt bij het maken van keuzes in een omgevingsplan of omgevingsvisie en door overige adviezen bij belangrijke tussentijdse keuzes over bijvoorbeeld windturbineparken en hoogspanningsverbindingen.
In 63 procent van de getoetste milieueffectrapporten constateerden we belangrijke tekorten. Dit percentage is vergelijkbaar met voorgaande jaren. We blijven dit percentage te hoog vinden. Bij iets minder dan de helft van de toetsingen vulde het bevoegd gezag het rapport aan met de gevraagde informatie en liet het nogmaals door ons toetsen.
Vaak ontbreekt informatie over de effecten op Natura2000-gebieden en zijn alternatieve, milieuvriendelijker oplossingen niet beschreven. Opvallend in 2016 is de ontbrekende informatie over landschap, vooral in het buitengebied.
In 2016 toetsten we meer milieueffectrapporten over veehouderij, landelijk gebied en voor windturbineparken. Twee keer zoveel als in 2015. Terwijl het aantal getoetste rapporten voor woongebieden en bedrijventerreinen met 66 procent daalde.
In 2016 en 2017 werken we aan een tiental pilotadviezen om alvast ervaring op te doen met de werkwijze volgens de Omgevingswet, die waarschijnlijk in 2019 in werking treedt. Gemeenten en provincies moeten dan omgevingsvisies en omgevingsplannen opstellen. Deze hebben een andere inhoud dan de huidige structuurvisies en bestemmingsplannen. En daarmee ook invloed op de inhoud van milieueffectrapporten en de advisering van de Commissie. We experimenteren nu al met deze nieuwe manier van werken. In 2016 adviseerden we over pilots in Den Haag, Amsterdam, Rijssen-Holten, Terneuzen en Boekel. In 2017 volgen de gemeente Haarlemmermeer en de provincies Friesland en Noord-Brabant. In de video Pilots Omgevingsplannen en milieueffectrapportage komen de ervaringen en resultaten uit de pilots vanuit verschillende perspectieven in beeld. Tijdens kennisbijeenkomsten en op de website zullen we het komende jaar de resultaten uit de pilots delen.
Het realiseren van de noodzakelijke energietransitie is een complexe opgave die samen met andere maatschappelijke opgaven moet landen in omgevingsvisies en omgevingsplannen. Het vraagt om afwegingen op verschillende niveaus en samenwerking met stakeholders, zoals overheden, bedrijfsleven, belangenorganisaties en omwonenden. Milieueffectrapportage kan daarbij inhoudelijke ondersteuning en onderbouwing bieden. Ook kan milieueffectrapportage helpen in het overleg met belanghebbenden en bij het vinden van draagvlak voor maatregelen. Wij schreven er de factsheet Energietransitie en milieueffectrapportage over en organiseerden een goed bezochte themabijeenkomst. In 2017 willen we in workshops en factsheets de opgedane kennis en de goede praktijkvoorbeelden opnieuw graag met u delen.
Ook in 2016 besteedden wij aandacht aan gezondheid in milieueffectrapportage. Vanuit bestuurlijk en maatschappelijk invalshoek is er veel aandacht voor gezondheid en dit is ook terug te zien in de plek die gezondheid krijgt in de Omgevingswet. Ons advies is om al in een vroeg stadium rekening te houden met negatieve effecten die plannen en projecten kunnen hebben voor de volksgezondheid. Maar gezondheid kan ook op een positieve manier worden beïnvloed met plannen en projecten, door bijvoorbeeld de aanleg van groen of het stimuleren van fietsgebruik. We hebben er een fachtsheet over geschreven: Groen en gezondheid in milieueffectrapportage. Samen met het Planbureau voor de leefomgeving organiseerde we een bijeenkomst over 'gezondheid en gebiedsontwikkeling'. En sinds 2016 nemen we actief deel aan het netwerk Maak Ruimte voor Gezondheid. Een netwerk waar medewerkers van overheden, RIVM, GGD, adviesbureaus kennis op het raakvlak van ruimtelijke ordening, milieu en gezondheid met elkaar uitwisselen.
De Omgevingswet is in 2016 vastgesteld en treedt naar verwachting in 2019 in werking. In onze reactie op de consultatieversies van het Omgevingsbesluit en het Besluit kwaliteit leefomgeving pleitten wij er voor om milieueffectrapportage maximaal in te zetten om de doelen van de Omgevingswet te ondersteunen. Ook waarschuwden wij voor verschraling van milieueffectrapportage in de ontwerp-regelgeving.
In onze reactie op het voorstel voor de implementatie van de gewijzigde M.e.r.-richtlijn voor project-m.e.r. vroegen we onder meer aandacht voor een zorgvuldige scheiding van rollen wanneer een overheid zelf initiatiefnemer is en voor monitoring en evaluatie.
In aanloop naar de Omgevingswet staat vroegtijdige participatie in besluitvorming in de schijnwerpers. Tegelijkertijd is de voorfase van de m.e.r.-procedure vrijwel vormvrij geworden.
Participatie en milieueffectrapportage kunnen elkaar versterken. Maar hoe doe je dat? Hoe neem je vragen en zorgen van belanghebbenden en insprekers mee in het onderzoek naar milieueffecten? Hoe en wanneer breng je de informatie uit milieueffectrapportage weer in het participatieproces? Samen met adviesbureau Korbee & Hovelynck organiseerden we een kennisbijeenkomst over deze onderwerpen. Er bleek grote behoefte aan een praktische handleiding. Daarom schreven we de factsheet Participatie en milieueffectrapportage. In 2017 organiseren we meerdere kennissessies en presenteren we een infographic, die de interactie tussen de verschillende fasen van participatie en van milieueffectrapportage duidelijk in beeld brengt.
In de meeste provincies in Rwanda is nog geen watergebrek, maar de grote bevolkingsdichtheid en groeiende economie vragen om een goede planning. Geïntegreerd waterbeheer is als nieuw beleid aangenomen en moet in de verschillende stroomgebieden zorgen voor een duurzame en eerlijke verdeling van water. Nederland helpt bij het maken van de nieuwe waterplannen. Daarvoor is een strategische milieueffectrapportage nodig om samen met de belanghebbenden in het gebied goed in kaart te brengen welke afwegingen gemaakt moeten worden. De Commissie coacht het Rwandese water departement in dit proces.
Met de exploratie van olie en gasvelden in aantocht, realiseerde de overheid van Zanzibar zich in 2014 dat hun m.e.r. procedures nog onvoldoende duurzame exploratie zou kunnen garanderen. Daarom ondersteunt de Commissie de milieuautoriteit bij verbetering van deze procedures. In het afgelopen jaar hebben we specifiek aandacht besteed aan:
Sao Tomé is kwetsbaar voor klimaatverandering. De lokale regering wil de bestaande kustverdediging versterken. Met ondersteuning van de Develop2Build (D2B) faciliteit wordt een project ontwikkeld om dit mogelijk te maken. Volgens de lokale regelgeving, maar ook om aan de IFC Performance Standards te voldoen, is een m.e.r. nodig voor dit project. De Commissie adviseert aan D2B hoe dit m.e.r. optimaal geïntegreerd kan worden in de projectontwikkeling.
Infrastructuurontwikkeling gaat snel in China. Om op de lange termijn duurzame ontwikkeling te garanderen voert China strategische milieueffectrapportages uit. Inmiddels hebben ze al veel ervaring op dit gebied. Dat geldt ook voor Nederland. Daarom is kennisuitwisseling voor beide landen van grote waarde. Tijdens een recente workshop in Beijing hebben het ministerie van I&M en de Commissie de Nederlandse ervaringen gepresenteerd. Van Chinese zijde was er speciale interesse voor de rol van m.e.r. bij integrale planvorming zoals onder de Omgevingswet.
adviezen en activiteiten 2016 »
Het veiligstellen van toegang tot veilig en voldoende water behoort tot de kern van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Maar wat als water schaars is, en de belangen tegengesteld? Hoe te zorgen voor goede afwegingen in besluitvorming? Moet water voor irrigatie voorop staan, voor waterkracht, drinkwater, voor rijken of voor armen, of kan het allemaal samen gaan? Milieueffectrapportage, vooral op strategisch niveau, helpt hierbij. De Commissie adviseerde het afgelopen jaar over besluitvorming rondom grote dammen en bij plannen voor geïntegreerd waterbeheer in onder meer Kenia en Rwanda.
Hoe zorgen we ervoor dat milieueffectrapportage wordt gebruikt als een belangrijk instrument om gevolgen van klimaatverandering te integreren in besluitvorming? Voor dit doel is een publicatie gemaakt met cases uit de hele wereld. Dezen laten zien dat m.e.r. bijdraagt aan mitigatie en adaptatie door beoordeling van 1) gevoeligheid voor klimaatverandering; 2) of het project of plan past in het klimaatbeleid en 3) welke klimaatrobuuste alternatieven er zijn.
Waarom wordt m.e.r. in ontwikkelingslanden voor Nederlandse bedrijven steeds belangrijker? Omdat de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking zich richt op hulp én handel. Er komen steeds meer middelen beschikbaar voor de financiering van ontwikkelingsrelevante private investeringen. Bedrijven kunnen, al dan niet in samenwerking met overheidspartijen, voorstellen indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). En voor veel van die investeringen moet een milieueffectrapportage worden gedaan. Op verzoek van de RVO ondersteunt de Commissie daarbij met advies en training.
Milieueffectrapportage is belangrijk in de kwaliteitssystemen van alle ontwikkelingsbanken en kredietverzekeraars, in Nederland en daarbuiten. M.e.r. is daarom verplicht bij al hun grote projecten. Het waarborgt dat milieu en sociale onderwerpen voldoende aandacht krijgen en dat de stem van alle betrokkenen gehoord wordt. De Commissie toetst op verzoek de kwaliteit van proces en inhoud van milieueffectrapportages. Maar versterkt ook de m.e.r.-capaciteit van overheden in voor Nederland belangrijke landen. Soms adviseert ze ook over de kwaliteit van de kwaliteitssystemen zelf, zoals bv. van de Wereldbank en van de Asian Infrastructure Investment Bank.
Wat bereiken we eigenlijk met ons werk? Kunnen besluitvormers beter geïnformeerd besluiten nemen? Wordt een plan duurzamer? Worden m.e.r.-richtlijnen daadwerkelijk in de praktijk gebruikt? Deze en andere vragen komen aan bod in impactevaluaties die wij het afgelopen jaar hebben laten uitvoeren. De conclusies zijn over het algemeen zeer positief. In Kenia hebben we bijvoorbeeld in de Tana Delta geadviseerd over een geïntegreerde aanpak bij strategisch m.e.r. voor deltaplanning. Deze aanpak wordt nu ook toegepast in andere delta's. Maar de evaluaties laten ook zien waar het beter kan. Hiermee verbeteren we onze werkwijze.
2 video's
43.495 bezoekers
520 volgers
2.970 abonnees e-zines
10 publicaties
45 presentaties
40 medewerkers per 31 december 2016;27 in Nederland waarvan15 vrouw en12 man;13 buiten Nederland waarvan8 vrouw en5 man;
Deskundigen die in 2016 deelnamen aan een werkgroep: 102 in Nederland,47 buiten Nederland
3.240.403 Nederland
1.873.525 Internationaal DGIS/ Buitenlandse Zaken
167.480 Internationaal overig
De Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) is een onafhankelijke adviescommissie van deskundigen. Zij adviseert overheden, nationaal en internationaal, over de kwaliteit van milieueffectrapportage. Zo wil zij een bijdrage leveren aan zorgvuldige besluitvorming. Haar uitgebreide kennis van m.e.r. stelt de Commissie beschikbaar voor iedereen.