1217. Rijn-Gouwelijn-West
De provincie Zuid-Holland wil een light-railverbinding aanleggen om de bereikbaarheid van de regio Leiden en de Duin- en bollenstreek te verbeteren: de Rijn-Gouwelijn. Het beoogde traject loopt van Gouda via Alphen aan de Rijn naar Leiden en vervolgens naar Katwijk en Noordwijk. Voor het traject tussen Leiden (transferium ’t Schouw) en Katwijk en Noordwijk, de Rijn-Gouwelijn West (RGL West), zal een nieuw spoortracé worden aangelegd. Voor de besluitvorming over de RGL West wordt de m.e.r.-procedure gevolgd.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
21-11-2001 Datum kennisgeving |
21-11-2001 Ter inzage legging van de informatie |
25-02-2002 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing MER 1e fase |
21-11-2003 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
21-11-2003 Kennisgeving MER |
21-11-2003 Ter inzage legging MER |
19-02-2004 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
De m.e.r. wordt doorlopen voor de partiële herziening van het streekplan Zuid-Holland-West ten behoeve van een zogenoemde “concrete beleidsbeslissing”. Daardoor is bij de latere herziening van bestemmingsplannen geen m.e.r. meer nodig.
De m.e.r. wordt gefaseerd doorlopen. In de eerste fase vindt de selectie van een voorkeurstracé plaats door vergelijking van een aantal tracéalternatieven waarbinnen varianten worden onderscheiden. Ten behoeve van die selectie worden in het MER milieuaspecten, ruimtelijke en economische aspecten beschouwd. In de tweede fase wordt de inrichting en vormgeving van het voorkeursalternatief gedetailleerd uitgewerkt. Na elk van beide fasen wordt een deel van het MER ter visie gelegd en getoetst door de Commissie voor de m.e.r.
Richtlijnen
De Commissie ging in het advies voor richtlijnen alleen in op de eerste fase. Over de richtlijnen voor de tweede fase heeft de Commissie geadviseerd bij de toetsing van de eerste fase. Een belangrijk onderdeel van de m.e.r. voor de eerste fase acht de Commissie in haar richtlijnenadvies een nut- en noodzaakdiscussie over de light-rail verbinding, waarbij een vergelijking plaatsvindt met andere vervoersmodaliteiten.
Toetsing MER 1e fase
Bij toetsing van het MER voor de eerste fase concludeerde de Commissie dat het MER bruikbaar is voor de besluitvorming over light-railalternatieven die beginnen bij ’t Schouw, maar dat de tabel van de vergelijking van alternatieven onvolledig was. Nadat een nieuwe vergelijkingstabel met toelichting is ontvangen, was de Commissie van oordeel dat in het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie aanwezig is. De Commissie had verder nog aanbevelingen voor de verdere besluitvorming. Met name de uitkomsten ten aanzien van de kostendekkingsgraad dienen met grote voorzichtigheid te worden gebruikt.
Voor de tweede fase heeft de Commissie nog aanvullende richtlijnen uitgebracht ten aanzien van natuur en bodem en water, technische aspecten en de evaluatie. Deze zijn als bijlage opgenomen in het toetsingsadvies.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Eric van der Aa |
dr. Gijs-Jan van Blokland |
dr. Frank Bruinsma |
ir. Hugo Goossens |
ir. Wim Keijsers |
drs. Henk Sanders |
dr. Hans Sprangers |
Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C02.2 | tot 1-4-2011: Aanleg (ondergrondse) spoorweg, busbaan, zweefspoor of andere constructie |
Bijgewerkt op: 20 mei 2011