1550. Spitsstroken A9 Holendrecht-Diemen

Rijkswaterstaat Noord-Holland (initiatiefnemer) wil in het kader van de Spoedwet wegverbreding spitsstroken realiseren op het traject A9 Holendrecht – Diemen. Ten behoeve van het Wegaanpassingsbesluit (WAB) is er een milieueffectrapport (MER) opgesteld. De Commissie heeft dit MER getoetst aan de door de Minister van Verkeer en Waterstaat (bevoegd gezag) vastgestelde richtlijnen en de wettelijke vereisten.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
30-03-2005 Datum kennisgeving
30-03-2005 Ter inzage legging van de informatie
17-05-2005 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
12-03-2007 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
12-03-2007 Kennisgeving MER
12-03-2007 Ter inzage legging MER
07-03-2008 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie in het MER, samen met de aanvullingen daarop, aanwezig is om het milieubelang een volwaardige plaats te kunnen geven in de besluitvorming. Uit het MER en de aanvullingen blijkt met name dat:
• de spitstroken leiden tot een lichte daling van het aantal voertuigverliesuren. De belangrijkste daling doet zich voor in de ochtendspits. Inzicht over de effecten voor het hele netwerk/systeem zijn door de initiatiefnemer echter niet aangeleverd.
• de geluidbelasting neemt bij realisatie van het voorkeursalternatief (VKA) af, doordat er ZOAB wordt toegepast. In het mma (aanleg dubbellaags ZOAB) wordt de situatie voor de geluidgehinderden, zowel vergeleken met het VKA als met de autonome situatie, aanzienlijk beter.
• de luchtkwaliteit voldoet in het VKA in 2010 en 2015 aan de normen. De emissies stikstofdioxide en fijn stof zijn in het VKA en het mma lager dan bij de autonome situatie. Bij het mma zijn de emissies het laagst.

In eerste instantie heeft de Commissie bij de toetsing van het MER een aantal essentiële tekortkomingen geconstateerd. De tekortkomingen hadden betrekking op:
• het meest milieuvriendelijke alternatief;
• de verkeersafwikkeling elders op het hoofdwegennet en het onderliggende wegennet;
• de maximum snelheid op het tracé tijdens de spits;
• de gehanteerde prognosejaren.
Ook heeft de Commissie aangegeven dat in het MER niet alle uitgangspunten voor het akoestische onderzoek zijn weergegeven. De uitgangspunten zijn wel in het akoestisch onderzoek van het OWAB terug te vinden. Het MER is daardoor niet goed zelfstandig leesbaar.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Jan Derksen
ing. Albert Dragt
ing. Peter Kroeze

Voorzitter: dr. Dick Tommel
Werkgroepsecretaris: ir. Ingrid de Bondt

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rijkswaterstaat

Bevoegd gezag
Rijkswaterstaat

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C01.4 tot 1-4-2011: Verbreding hoofdweg of ombouw tot autosnelweg

Bijgewerkt op: 10 jul 2018