1590. Offshore windpark Hoek v. Holland 3
De aanleg van windturbineparken in de Noordzee. Het advies is geldig voor de offshore windparken Hoek van Holland 1, 2, 3 en 4, Scheveningen 1, 2, 3, 4 en 5, IJmuiden 1 en 2, Den Helder 1, 2 en 3, en Oost Friesland.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
03-05-2005 Datum kennisgeving |
03-05-2005 Ter inzage legging van de informatie |
16-03-2006 Advies uitgebracht |
Opmerkingen bij de advisering
Voor vergunningaanvragen voor windparken op de Noordzee heeft een aantal jaar een moratorium geheerst. Na de opheffing hiervan is een groot aantal vergunning- en m.e.r.-procedures tegelijkertijd gestart, door meerdere initiatiefnemers. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft de vergunning- en m.e.r.-procedures voor offshore windparken vanaf 6 juni 2005 opgeschort. De schorsing is per 16 februari 2006 opgeheven.
De gepubliceerde initiatieven vertonen grote overeenkomsten. Vanwege de consistentie is er voor gekozen standaardrichtlijnen op te stellen, geldig voor ieder project, waarin project- of locatiespecifieke opmerkingen apart worden aangegeven.
De belangrijkste punten voor het MER zijn:
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Peter van der Boom, MA |
dr. Norbert Dankers |
ir. Johan de Jong |
ing. Rob Vogel |
Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: dr. Geert Draaijers
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Raedthuys Holding BV |
Bevoegd gezag |
---|
Rijkswaterstaat |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C05.1 | tot 1-4-2011: Installaties in, op of boven zeebodem (m.u.v. boortorens) bevestigen, bij windmolens >= 15megawatt of >= 10 molens |
Bijgewerkt op: 10 jul 2018