2028. Structuurvisie Randstad 2040
Het rijk wil de Randstad ontwikkelen tot een duurzame en concurrerende topregio. Daartoe wordt een Integrale Visie Randstad 2040 opgesteld. Er zijn drie hoofdopgaven geformuleerd: klimaatbestendige, veilige delta; bereikbaarheid en economische dynamiek; voldoen aan de vraag naar kwaliteit in de ruimte. Ter onderbouwing van de besluitvorming over de Integrale Visie wordt (onder meer) de procedure van plan-m.e.r. gevolgd.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
03-12-2007 Adviesaanvraag |
24-04-2008 Advies uitgebracht |
Advies over de reikwijdte en het detailniveau |
Toetsing planMER |
09-09-2008 Kennisgeving MER |
09-09-2008 Ter inzage legging MER |
03-12-2008 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Toetsing aanvulling op het MER |
09-03-2010 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
29-04-2010 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadviese |
Opmerkingen bij de advisering
Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie vraagt in het MER onder meer:
- de doelen en opgaven concreter uit te werken, zodat ze een rol kunnen spelen bij de toetsing van de alternatieven aan het doelbereik;
- aan te geven hoe het gebied zich bij ongewijzigd beleid ontwikkelt en welke problemen dan ontstaan;
- enkele thema-georiënteerde toekomstbeelden voor de Randstad 2040 te beschrijven;
- de alternatieven te beoordelen en te vergelijken op hun (milieu)gevolgen, hun bijdrage aan een duurzame ontwikkeling en het doelbereik;
- te bespreken hoe de visie voor Randstad 2040 gerealiseerd zal worden en welke rolverdeling daarbij geldt.
Toetsing
Bij de toetsing vindt de Commissie dat de essentiële informatie voor de besluitvorming aanwezig is. Door in het MER verschillende toekomstmodellen onderling te vergelijken aan de hand van duurzaamheidscriteria is nuttige informatie beschikbaar gekomen.
De Commissie achtte het wel gewenst dat er nog een passende beoordeling op hoofdlijnen komt. Ook heeft zij gevraagd om nog per model na te gaan in welke mate het doel van economische topregio wordt gehaald.
Toetsing Passende beoordeling:
Omdat de plannen in de Structuurvisie 2040 nog niet gedetailleerd zijn uitgewerkt, heeft Passende beoordeling vooral het karakter van een risico-inschatting op een wat hoger abstractieniveau.
De Commissie is van mening dat de belangrijkste risico’s voor de Natura 2000 vanwege de uitvoering van de Structuurvisie, zoals die op dit moment kunnen worden ingeschat, in beeld zijn gekomen.
De Commissie adviseert tijdig een beleids- en kennisagenda op te stellen voor het ondervangen van de risico’s die in de Passende beoordeling zijn aangegeven. Daarbij dient een relatie te worden gelegd naar de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
drs. Mirjam Broekmeyer, MSc |
drs. Sjef Jansen |
prof. dr. Hans Mastop |
ing. Rob Vogel |
Voorzitter: ir. Niek Ketting
Werkgroepsecretaris: drs. Marja van Eck
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerraad |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
007 | Plan-m.e.r. |
C01.1 | Aanleg hoofdweg |
C09.0 | tot 1-4-2011: (Her)inrichting landelijk gebied met functiewijziging >= 250ha |
C11.1 | tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom |
C11.2 | tot 1-4-2011: Aanleg bedrijventerrein >= 150ha |
C11.3 | tot 1-4-2011: Aanleg glastuinbouwgebied >= 100ha |
Bijgewerkt op: 19 dec 2012