2213. Stationsgebied Eindhoven
Herstructurering van het stationsgebied in Eindhoven.
Procedure en adviezen
Beoordeling |
---|
20-01-2009 Adviesaanvraag |
10-03-2009 Advies uitgebracht |
advies m.e.r.-beoordeling |
Toetsing |
12-01-2012 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
19-01-2012 Kennisgeving MER |
19-01-2012 Ter inzage legging MER |
21-03-2012 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
De Commissie is van oordeel dat het MER alle essentiële informatie bevat om het milieubelang te kunnen meewegen in de besluitvorming over:
- de projectomgevingsvergunningen voor de kleine Blob (detailhandel);
- de omgevingsvergunning voor de OV-stationspassage (verbreding en verlaging van de voetgangerstunnel onder het station);
- het bestemmingsplan voor Stationslocatie Zuid-Oost (kantoren, woningen, commerciële functies).
De Commissie plaatst daarbij de kanttekening dat de effecten op geluidhinder en luchtkwaliteit weliswaar goed zijn beschreven maar dat het MER geen realistische beoordeling geeft van de gevolgen van deze effecten voor het leefklimaat op Stationslocatie Zuid-Oost. Om te kunnen voldoen aan de wettelijke minimumvereisten zullen geluidwerende voorzieningen nodig zijn met naar verwachting negatieve implicaties voor het woongenot. Er zal sprake zijn van relatief hoge (meervoudige) blootstelling aan zowel geluid, trillingen, luchtverontreiniging en externe veiligheidsrisico’s.
De Commissie adviseert in het vervolgtraject per verdiept aan te leggen constructie na te gaan of een grondwaterstandsverhoging aan de bovenstroomse zijde wordt verwacht en hiervoor maatregelen te treffen om de negatieve effecten op grondwaterstanden en –stroming te kunnen mitigeren. Geadviseerd wordt een monitoringplan op te stellen om de grondwaterstanden en grondwaterkwaliteit in het stationsgebied te monitoren en zo nodig de aangebrachte mitigerende maatregelen in werking te stellen of aanvullende mitigerende maatregelen te treffen.
De Commissie adviseert, teneinde een bijdrage te leveren aan het realiseren van de ambities van de gemeente Eindhoven op het gebied van klimaat en energie, voor het plangebied een ‘Masterplan bodemenergie’ op te stellen. Zo kan maximale afstemming plaatsvinden met al aanwezige warmte-koudeopslag (WKO) nabij het plangebied, en kan bezien worden of WKO gecombineerd kan worden met sanering van grondwaterverontreinigingen (sanergy).
De informatie in het MER over de milieueffecten van de kleine Blob en de OV-stationspassage geeft de Commissie geen aanleiding tot het maken van specifieke opmerkingen. De milieueffecten in het resterende deel van het Stationsgebied zijn voldoende in beeld gebracht. De Commissie gaat er van uit dat bij de verdere uitwerking van de voornemens aldaar in later vast te stellen omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen deze effecten en eventueel noodzakelijke mitigerende maatregelen in meer detail in beeld gebracht zullen worden
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Lidwien Besselink |
ir. Hans Huizer |
drs. ing. Harry Kingma |
Voorzitter: mr. Maus van Loon
Werkgroepsecretaris: dr. Geert Draaijers
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Gemeente Eindhoven |
Bevoegd gezag |
---|
Gemeente Eindhoven |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Brabant
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
D11.2 | tot 1-4-2011: Stadsproject >= 100ha of >= 200.000m3 bvo: aanleg, wijziging of uitbreiding |
Bijgewerkt op: 09 jan 2013