3105. Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
Vooruitlopend op de Omgevingswet stelt de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties een Nationale Omgevingsvisie (NOVI) op met de langetermijnvisie en strategische beleidskeuzes voor de fysieke leefomgeving van Nederland. De ruimtevraag is groot, de beschikbare ruimte schaars. De leefomgevingskwaliteit in stad en platteland komt daardoor verder onder druk te staan. Sturing en keuzes van het Rijk zijn daarom nodig om de leefomgevingskwaliteit te behouden en tegelijkertijd de ambities te kunnen realiseren, zegt het Commissie in haar advies.Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vroeg de Commissie het aangepaste milieueffectrapport te toetsen.
Procedure en adviezen
Advies beoordelingskader |
---|
18-11-2015 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
01-02-2016 Aankondiging start procedure |
12-04-2016 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies beoordelingskader milieueffectrapport |
Persbericht |
Reikwijdte en detailniveau |
10-04-2018 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
19-04-2018 Aankondiging start procedure |
20-04-2018 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen |
09-07-2018 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
20-08-2019 Ter inzage legging MER |
15-11-2019 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing aanvulling op het MER |
12-12-2019 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
11-09-2020 Advies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Advies aanvulling op het milieueffectrapport
Het Rijk heeft ambitieuze doelen op vrijwel alle onderdelen van de fysieke leefomgeving, zoals energieopwekking, landbouw en binnenstedelijk bouwen. De leefomgeving heeft daarmee een centrale rol in de NOVI en in het aangepaste milieueffectrapport. Tegelijkertijd is de beschikbare ruimte zeer beperkt in Nederland, waardoor het noodzakelijk is om gebruik te veranderen, te intensiveren en te combineren, blijkt uit het aangepaste rapport. Het maken van keuzes op landelijk niveau is daarbij onvermijdelijk. Denk bijvoorbeeld aan veranderingen in de veeteelt, slim binnenstedelijk bouwen met behoud van leefkwaliteit maar ook aan de grote inspanningen die nodig zijn voor natuurbehoud, zegt de Commissie.
Alleen op die manier is de leefomgevingskwaliteit voor de lange termijn geborgd en zijn de ambities zoveel mogelijk te realiseren. Met voorwaarden en maatregelen kan het Rijk ervoor zorgen dat wat waardevol en kwetsbaar is wordt beschermd. De Commissie adviseert het Rijk om in de NOVI te motiveren hoe met de ruimtevraag, de voorwaarden en de nodige maatregelen wordt omgegaan.
Toetsingsadvies milieueffectrapport
De Commissie adviseerde het milieueffectrapport voor de NOVI aan te passen. Het rapport moest duidelijker maken hoe de verschillende rijksdoelen voor de leefomgeving met elkaar verenigbaar zijn, gezien de beperkte ruimte in Nederland.
Het Rijk kiest in de NOVI voor ambitieuze doelen: Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie, Duurzaam economisch groeipotentieel voor Nederland, Sterke en gezonde steden en regio’s en Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. Deze doelen botsen soms onderling. Zo geeft de NOVI aan dat de rijksoverheid streeft naar een vrijwel emissieloze kringlooplandbouw en naar grondgebonden en natuurinclusieve landbouw. Dit kan onderling én met doelen voor natuur en landschap botsen.
De doelen vragen nu, op nationaal niveau, om nadere uitwerking om te bepalen of én hoe deze doelen samen passen in Nederland. De informatie in het milieueffectrapport is daarvoor nog onvoldoende concreet. Slimme combinaties van functies zijn nodig voor het halen van doelen, maar zijn nog niet genoeg onderzocht. De Commissie adviseerde het rapport hierop aan te passen en daarna pas te besluiten over de NOVI.
Advies reikwijdte en detailniveau
Voor een zinvolle effectbeschrijving en een goede onderbouwing van keuzen zal in het milieueffectrapport eerst duidelijk moeten worden welke concrete doelen met de NOVI worden nagestreefd. De Commissie adviseert om op basis van deze concrete doelen en effecten op de leefomgeving, de keuzen die in de NOVI gemaakt worden, goed te onderbouwen.
Dit kan door inzicht te geven in de effecten van verschillende beleidsopties die ‘de reële hoeken van het speelveld’ beslaan. Het advies van de Commissie geeft voorbeelden van deze ‘hoeken van het speelveld’. Bijvoorbeeld het bieden van maximale waterveiligheid in de vorm van onder andere ingrijpende dijkversterking óf maximaal ruimte bieden aan het water in de vorm van waterbergingscapaciteit en aangepast wonen. De bandbreedte in mogelijke effecten op de leefomgeving komt dan goed in beeld.
Ook pleit de Commissie voor focus in de effectbeschrijving door selectief te zijn. Focus op enkele indicatoren die doorslaggevend zijn voor de kwaliteit van de leefomgeving. In veel gevallen zal een goed onderbouwd ‘expert judgement’ voldoende zijn. Daarmee wordt de effectbeschrijving toegankelijk en wordt onnodig onderzoek voorkomen.
Advies beoordelingskader en beoordelingssystematiek
De Commissie adviseerde in juni 2016 om het brede begrip leefomgevingskwaliteit centraal te stellen in het beoordelingskader van het milieueffectrapport. Aangesloten kan worden bij de doelen van de Omgevingswet gericht op een veilige en gezonde leefomgeving, een goede fysieke omgevingskwaliteit en doelmatig gebruik en beheer van de fysieke leefomgeving. Het advies geeft een eerste voorzet voor de vertaling van deze doelen in indicatoren. Wanneer de NOA in de loop van 2016 bekend wordt, volgt een definitief advies.
De Commissie adviseerde als eerste stap om een ‘foto’ van de huidige kwaliteit van de leefomgeving te maken en een ‘foto’ van de leefomgevingskwaliteit bij realisatie van al ingezet beleid. Deze foto’s geven inzicht in waar knelpunten bestaan of gaan ontstaan en waar verbeteringen voorzien zijn of mogelijk zijn.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Yttje Feddes |
dr. Theo Fens |
drs. Sjef Jansen |
ir. Enrico Moens |
prof. dr. Bert van Wee |
drs. Rob van Woerden |
dr. Fred Woudenberg |
drs. Gerrit de Zoeten |
Voorzitter: Marja van der Tas
Werkgroepsecretaris: mw. drs. W. Smal, dhr. drs. B.L. Loeven
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied
Bijgewerkt op: 11 jun 2021