3130. Winning suppletiezand / ontgrondingen Noordzee
Rijkswaterstaat dienst Zee en Delta wil zand winnen uit de Noordzee om het te gebruiken voor het behoud van de bestaande kustlijn en het kustfundament, als onderdeel van de bescherming tegen overstromingen vanuit zee. Voor de besluitvorming over de ontgrondingsvergunning voor de periode 2018-2027 wordt een m.e.r.-procedure doorlopen.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
11-05-2016 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
02-06-2016 Aankondiging start procedure |
03-06-2016 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen |
13-09-2016 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
11-01-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
23-03-2018 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Toetsingsadvies
De Commissie vindt dat de beide rapporten de milieueffecten van de zandwinningen goed beschrijven. Zowel voor de winning van suppletiezand als van ophoogzand zijn binnen het voor zandwinning gereserveerde gebied op de Noordzee in het milieueffectrapport zogenaamde zoekgebieden onderling vergeleken. Het rapport laat zien dat het voor de milieueffecten niet veel uit maakt of deze zoekgebieden zo dicht mogelijk bij de kust of zover mogelijk van de kust af liggen. Effecten op het onderwaterleven en op andere gebruikers van de Noordzee (bijvoorbeeld scheepvaart) zijn vooral tijdelijk van aard.
Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert om in beide rapporten de benodigde hoeveelheden zand en zoekgebieden voor de planperiode te onderbouwen en een doorkijk te geven naar de langere termijn. Dit is van belang omdat de beschikbaarheid van zand mede afhankelijk is van andere functies van en activiteiten op de Noordzee, zoals windparken, scheepvaartroutes, (beschermde) natuurwaarden en archeologische waarden (scheepswrakken).
Verder dienen de rapporten de effecten op natuurwaarden te beschrijven, met speciale aandacht voor cumulatie van effecten van de totale zandwinning en andere activiteiten op de Noordzee.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
prof. dr. Poppe de Boer |
ir. Johan van der Gun |
dr. Godfried van Moorsel |
Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
Bevoegd gezag |
---|
Inspectie Leefomgeving en Transport |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C16.2 | 2011: oppervlaktedelfstoffen in zee |
Bijgewerkt op: 27 mrt 2018