3279. Omgevingsplan Zeeland 2018

De provincie Zeeland stelt een nieuw omgevingsplan op voor de periode tot 2021. In het Omgevingsplan wordt op hoofdlijnen nieuw beleid vastgesteld voor onder andere recreatieve ontwikkelingen, landbouw, duurzame energie (wind, zon, biomassa) en bedrijventerreinen. Voordat Provinciale Staten besluiten over het omgevingsplan zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. De provincie heeft de Commissie m.e.r. gevraagd het aangevulde rapport te toetsen.

Procedure en adviezen

Toetsing
19-12-2017 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
27-06-2018 Voorlopig advies uitgebracht
Voorlopig toetsingsadvies
Persbericht
Toetsing aanvulling op het MER
28-06-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
23-08-2018 Advies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsing aanvulling op het milieueffectrapport
In het milieueffectrapport ontbrak informatie over de gevolgen die het nieuwe Omgevingsplan kan hebben voor de natuur. Het aangevulde rapport maakt duidelijk dat er zowel negatieve als positieve gevolgen voor de natuur zijn. De toename van duurzame energieproductie (vooral in de vorm van windenergie) brengt bijvoorbeeld risico’s voor vogels en vleermuizen met zich mee. De verduurzaming van de landbouw biedt juist kansen voor verbetering van de biodiversiteit, bijvoorbeeld voor weidevogels en insecten.
 

Voorlopig toetsingsadvies
Het rapport is overzichtelijk en geeft snel inzicht in mogelijke effecten van het nieuwe beleid. De Commissie vindt dat er milieukansen zijn gemist. In het rapport zijn geen alternatieven voor het beleid onderzocht. Vooral voor de thema’s energietransitie en klimaatadaptatie is het volgens de Commissie nodig om haast te maken met het in beeld brengen van bijvoorbeeld knelpunten, milieueffecten en keuzemogelijkheden. Omdat de voorbereidingen voor de Omgevingsvisie Zeeland al zijn gestart geeft de Commissie in haar advies aan hoe deze onderwerpen hier een plek kunnen krijgen.
Voor natuur kan niet gewacht worden op de Omgevingsvisie. In het rapport is nog geen rekening gehouden met effecten op belangrijke soorten (zoals vogels en insecten). Maatregelen om negatieve effecten te voorkomen zijn nog onvoldoende onderzocht. De Commissie adviseert daarom het rapport te laten aanpassen en daarna pas een besluit te nemen over het Omgevingsplan. De provincie Zeeland heeft aangeven dit advies over te nemen.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Hasse Goosen
ir. Wim Keijsers
drs. Kees Vertegaal
drs. Rob van Woerden
drs. Gerrit de Zoeten

Voorzitter: ir. Harry Webers
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Provincie Zeeland

Bevoegd gezag
Provincie Zeeland

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zeeland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
007.1 Plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling
C14 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding installatie voor fokken, mesten of houden van >85000 mesthoenders of >60000 hennen of >3000 mestvarkens of 900 zeugen
C22.2 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark >=20 windturbines
D11.2 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen ingeval opp. >=100 ha, een aaneengesloten gebied met >=2000 of meer woningen, of een bedrijfsvloeroppervlak van >=
D11.3 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een industrieterrein als opp. >= 75 ha
D14 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren
D22.2 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark indien gezamenlijk vermogen van >= 15 megawatt (elektrisch), of 10 windturbines of meer

Bijgewerkt op: 31 aug 2018