3429. Nationaal Water Programma 2022-2027

Het ministerie van IenW stelt een Nationaal Water Programma (NWP) op. Daarin staan de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en -beheer voor 2022-2027 en een doorkijk voor de lange termijn. Ook stroomgebiedbeheerplannen en overstromingsrisicobeheer-plannen voor de Rijn, Maas, Schelde en Eems en het ‘Programma Noordzee’ worden erin opgenomen. Voordat de Minister besluit over het NWP, zijn de milieueffecten ervan onderzocht in een milieueffectrapport.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
04-10-2019 Adviesaanvraag bij de Commissie mer
20-02-2020 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Toetsing
14-01-2021 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
07-06-2021 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
Het milieueffectrapport beschrijft de effecten van tien voorgenomen ontwikkelingen, zoals zoekgebieden voor windparken op de Noordzee, maatregelen voor verbetering van de waterkwaliteit en van de zoetwatervoorziening. Uit het rapport blijkt dat de doelen voor de waterkwaliteit niet in 2027 haalbaar zijn zonder extra maatregelen, zoals aanscherping van het mestbeleid. 

Voor de voorgenomen ontwikkelingen beschrijft het milieueffectrapport geen alternatieven, omdat voor veel van deze ontwikkelingen al eerder keuzes zijn gemaakt. De Commissie vindt dat in het rapport nog onvoldoende transparant is over welke afwegingen daarbij zijn gemaakt en hoe het milieubelang is meegewogen. Zij adviseert om informatie daarover aan te vullen voordat het definitieve besluit over het NWP wordt genomen

Reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert de minister om de ambities voor het waterbeleid voor de lange termijn centraal te stellen in keuzes voor het programma voor de korte termijn. Dit voorkomt dat besluiten voor de korte termijn, bijvoorbeeld over windparken op de Noordzee, de ambities voor de lange termijn in de weg zitten.

Het NWP omvat veel besluiten over water voor de korte en langere termijn. Hieruit volgen vervolgbesluiten over bijvoorbeeld waterverdeling bij watertekort of wateroverlast of maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Om ervoor te zorgen dat de juiste milieu-informatie op het juiste moment beschikbaar is, is het nodig dat het rapport duidelijk maakt wie, wanneer waarover besluit.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Peter van der Boom, MA
drs. Gert Dekker
prof. dr. Piet Hoekstra
prof. dr. ir. Matthijs Kok
dr. Michiel van Pelt
ing. Rob Vogel

Voorzitter: Marja van der Tas
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rijkswaterstaat, WVL

Bevoegd gezag
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Overige gegevens

Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
007.1 Plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling
C16.2 2018: winning, wijziging of uitbreiding van de winning van oppervlaktedelfstoffen op de Noordzee (territoriale zee en continentaal plat) muv 16.4 als winplaats(en) (gezamenlijk) >=500 ha of >=10.000.000 m3
D03.1 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding binnenvaarweg voor schepen met laadvermogen >=900 ton of als opp >=25 ha
D03.2 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van werken inzake kanalisering of ter beperking van overstromingen, inclusief primaire waterkeringen en rivierdijken
D04 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van haven voor binnenscheepvaart, zeehandelshaven, visserijhaven of wijziging of uitbreiding laad/lospier voor schepen >= 900 ton laadvermogen of wijziging of uitbreiding opp. >=100 ha
D09 2018: landinrichtingsproject dan wel een wijziging of uitbreiding daarvan indien functiewijziging van water, recreatie of landbouw >=125 ha of glastuinbouwgebied of bloembollenteeltgebied >= 50 ha
D12 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van kustwerken om erosie te bestrijden, van maritieme werken die de kust kunnen wijzigen door de aanleg van onder meer dijken, pieren, havenhoofden en van andere kustverdedigingswerken, muv onderhoud of herstel van d
D22.2 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark indien gezamenlijk vermogen van >= 15 megawatt (elektrisch), of 10 windturbines of meer
D49.2 2018: De wijziging van het (streef-)peil in het Veerse Meer, de Grevelingen, het Haringvliet, of het IJsselmeer, het Markermeer en de randmeren als wijziging >= 16 cm
D49.3 2018: De structurele verlaging van het (streef-)peil van een oppervlaktewater als verlaging >= 16 cm, en in gevoelig gebied of weidevogelgebied, en oppervlakte >= 200 ha

Bijgewerkt op: 07 jun 2021