3502. Warmtetransportleiding Vlaardingen - Den Haag

LdM C.V. wil een warmtetransportleiding aanleggen van Vlaardingen naar Den Haag. Hiermee kunnen in de toekomst meer gemeenten in Zuid-Holland, zoals Den Haag, restwarmte gebruiken van de industrie uit het Rotterdamse havengebied. Het vermogen van het hoofdtransportnet wordt 250 megawatt. Daarmee kunnen ongeveer 130.000 huishoudens in de regio van warmte worden voorzien. Voordat de provincie besluit over dit project, zijn de milieueffecten ervan onderzocht in een milieueffectrapport.

Procedure en adviezen

Toetsing
25-08-2020 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
19-03-2021 Ter inzage legging MER
28-05-2021 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
Er zijn in het milieueffectrapport twee verschillende leidingroutes onderzocht. Het rapport beschrijft voldoende welke milieugevolgen er zijn bij de aanleg en het gebruik van de leiding. Bij de aanleg van de warmtetransportleiding komt ook stikstof vrij die neerslaat op natuurgebieden die al overbelast zijn met stikstof. Ondanks dat deze extra stikstofneerslag op de natuur tijdelijk is, geeft het milieurapport niet voldoende onderbouwing dat dit past binnen de huidige natuurregelgeving. De Commissie adviseert om het rapport eerst aan te vullen en daarna pas een besluit te nemen over de warmtetransportleiding.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Lidwien Besselink
dr. Henk Everts
ir. Paul de Vos
drs. Nathalie Vossen

Voorzitter: Eric van der Burg
Werkgroepsecretaris: Tom Ludwig, MA

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Gasunie BV

Bevoegd gezag
Provincie Zuid-Holland
DCMR Milieudienst Rijnmond

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
008.3 Project-m.e.r. en plan-m.e.r. vanwege passende beoordeling
D08.4 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een buisleiding met diameter >=1 m en lengte >=10 km voor transport van warm water of stoom
D15.2 2018: aanleg, wijziging, of uibreiding van werken voor onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater >=1,5 milj m3 pj

Bijgewerkt op: 28 mei 2021