UPM Kymmene Corporation wil op de Tweede Maasvlakte een fabriek bouwen voor de productie van biobrandstoffen zoals biodiesel en vliegtuigbrandstof. Voor de biobrandstoffen wordt 750.000 ton vloeibare hernieuwbare grondstoffen gebruikt, waaronder plantaardige en dierlijke vetten/oliën en energierijke afvalstromen. Voordat de provincie Zuid-Holland besluit over de benodigde vergunningen worden eerst de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.
Hoofdpunten uit het advies
Advies reikwijdte en detailniveau
Bij de productie van de biobrandstoffen komen broeikasgassen, stikstofoxiden en mogelijk andere stoffen vrij. De Commissie adviseert om in het milieueffectrapport de mogelijkheden voor minder uitstoot te onderzoeken, door bijvoorbeeld restwarmte, groene waterstof en reinigingsinstallaties voor stikstof te gebruiken.
Het milieueffectrapport moet daarnaast goed het productieproces en de daarbij spelende onzekerheden beschrijven. Zo moet duidelijk zijn welke grondstoffen worden gebruikt. Dit is nodig om een compleet beeld te krijgen van de te verwachten milieugevolgen.