Paktank en Texaco willen een centrale bewerkingseenheid (CBE) bouwen voor afgewerkte olie. De CBE zal een capaciteit krijgen van minimaal 60.000 ton per jaar en is gepland op het terrein van Paktank Industrial Distillation B.V. in de Botlek.
Hoofdpunten uit het advies
Naast de m.e.r.-procedure voor het voornemen van Paktank/Texaco lopen thans nog twee procedures voor dezelfde activiteit, te weten North Refinery te Delfzijl en Centrale Bewerkingseenheid B.V. i.o. te Lelystad. De kans is groot dat slechts één van de initiatiefnemers zal komen te beschikken over de benodigde verklaring van geen bezwaar van de minister van VROM.
Naar aanleiding van de gegevens in het MER kan voor Rijkswaterstaat Zuid-Holland, als bevoegd gezag voor de Wvo-vergunning, worden volstaan met een melding (ingevolge artikel 8.19 van de Wm).
In het toetsingsadvies komt de Commissie tot het oordeel dat het MER voor de besluitvorming belangrijke informatie mist over de mogelijkheden om de asfaltflux verder te bewerken en over de mogelijkheden voor en de gevolgen van toepassing of hergebruik van asfaltflux. Daardoor is het ook niet goed mogelijk aan te geven of de voorgestane methode van be- en verwerken kan worden aangemerkt als een doelmatige verwijdering van afgewerkte olie.
De voor een besluit over deze activiteit benodigde 'verklaring van geen bedenkingen' is inmiddels door de minister van VROM verstrekt.
In de beschikking van Gedeputeerde Staten wordt aangegeven dat voor het lozen van afvalwater door Rijkswaterstaat toestemming wordt verleend middels een melding.
Tegen de verleende vergunningen is beroep aangetekend. De uitkomst hiervan is op dit moment (januari 1997) nog niet bekend.