509

Verwijdering zuiveringsslib Groningen, Friesland en Drenthe

De drie noordelijke provincies Friesland, Groningen en Drenthe hebben het voornemen nieuwe verwerkingscapaciteit te realiseren voor slib dat vrijkomt uit rioolwater- en industriële zuiveringsinstallaties. 

Naast de techniek wordt de schaalgrootte onderzocht met het oog op mogelijke samenwerking. Er is tenslotte een eerste selectie gemaakt van locaties (industrieterreinen) waarop de installaties kunnen worden gerealiseerd.

 

Hoofdpunten uit het advies

Tijdens de toetsing heeft de Commissie geadviseerd het MER aan te vullen omdat de verwerkingsmethoden en hun milieueffecten (voorgenomen activiteit) onvoldoende controleerbaar waren om de juistheid er van te kunnen bepalen. Verder voldeed de gehanteerde multicriteria-analyse (mca) niet aan de daarvoor te stellen eisen en tenslotte waren de uitkomsten uit de mca onvoldoende op hun gevoeligheid getoetst. In een aanvulling op het MER is extra informatie verschaft. MER en Aanvulling bevatten daarom voldoende informatie. Wel concludeerde de Commissie dat de verschillen in milieugevolgen tussen de verwerkingstechnieken zodanig gering is, dat uit de multicriteria-analyse (mca) geen conclusies kunnen worden getrokken over de rangorde van de technieken voor het onderdeel milieu en derhalve ook niet over het mma. 

In een wijziging op het ontwerp-uitwerkingsplan werd natte oxidatie als meest milieuvriendelijk alternatief (mma) geschrapt. Biologisch drogen (composteren) heeft de voorkeur als methode op decentrale schaal. Bij natte oxidatie ligt centrale verwerking meer voor de hand.

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Marjan van Herwijnen

drs. Houben

ir. te Marvelde

ir. Frans Jan Schuurman

voorzitter

ing. Emile Mastenbroek

werkgroepsecretaris

mr. Rolf-Jan Sielcken

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Drenthe, Groningen, Fryslan

Initiatiefnemer

Drenthe, Groningen, Fryslan