619. Inrichting terrein van stortplaats Noordwest te Zoetermeer (skicomplex)
Westbreker B.V. heeft het voornemen om het terrein Noordwest te Zoetermeer1 in te richten als skicomplex, bestaande uit een skihelling, een gebouw en drie (sleep)liften. In de skihelling wordt circa 125.000 ton zeefzand (gevaarlijk afval) verwerkt, dat nog op het terrein lag opgeslagen. Voorts wordt 36.000 ton ongebroken puin benut voor afwerking van de zijkant van de skihelling en de verdere afwerking van het terrein. 1 Zie project 212.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
25-05-1994 Datum kennisgeving |
25-05-1994 Ter inzage legging van de informatie |
13-07-1994 Advies uitgebracht |
Toetsing |
10-05-1995 Kennisgeving MER |
10-05-1995 Ter inzage legging MER |
14-07-1995 Toetsingsadvies uitgebracht |
Opmerkingen bij de advisering
De Commissie was van mening dat het MER onvoldoende informatie bevatte voor het volwaardig meewegen van het milieuaspect in de besluitvorming over het voornemen, omdat een mogelijk meest milieuvriendelijk alternatief (overeenkomstig onderdeel 3.18 van de vastgestelde richtlijnen) niet kon worden meebeoordeeld.
De initiatiefnemer heeft, zonder verdere onderbouwing, aangegeven dat uitvoering van dit alternatief zou leiden tot faillissement.
Het is niet aan de Commissie om de solvabiliteit van de initiatiefnemer te toetsen. Indien het bevoegd gezag de argumentatie van de initiatiefnemer in dit opzicht accepteert, is uitwerking van bovengenoemd mma niet zinvol en kan worden overwogen het MER niet aan te vullen. In dat geval is de Commissie van mening dat het MER alsnog voldoende informatie bevat voor het volwaardig wegen van de in het MER gepresenteerde alternatieven.
Voor de verdere besluitvorming beval de Commissie aan om te motiveren waarom het voorkeursalternatief afwijkt van het Stortbesluit, terwijl het MER wel stelt dat deze regeling van toepassing is. In de besluiten geeft de provincie aan de conclusies van de Commissie te delen. Tegelijkertijd werd opgemerkt dat ten aanzien van het niet uitwerken van een mogelijk mma door de initiatiefnemer een cijfermatige onderbouwing is overlegd, die meegewogen is bij de aanvaarding van het MER. Daarnaast hoeft het voornemen niet aan het Stortbesluit te voldoen omdat de activiteit een 'werk' betreft en geen 'inrichting'.
In januari 1997 is het skicomplex in gebruik genomen; met een omvang van 30 meter breedte en 150 meter lengte het grootste van Europa.. Voor de koeling is een met brine gekoelde luchtbehandelingsinstallatie gebruikt. De luchttemperatuur in de indoor skibaan wordt permanent op -5° C gehouden; de sneeuw wordt ‘s nachts gemaakt via stikstofbehandeling.
Op 26 april 2000 maakten B&W van Zoetermeer bekend dat er een voorbereidingsbesluit voor twee locaties in het bestemmingsplan Buytenpark-Noordwest werd voorbereid, dat op 15 mei zou ingaan. Het betrof de locatie van het skicentrum Snow world en de discotheek Locomotion.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ing. Thoonen |
ir. van der Valk |
Voorzitter: ir. Karel Veldhuis
Werkgroepsecretaris: ir. Ineke Steinhauer
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Westbreker B.V. |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Hoogheemraadschap van Delfland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C18.2 | tot 1-4-2011: Oprichten inrichting voor gevaarlijk afval: verbranden, chemisch behandelen, storten of in de ondergrond brengen |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007