ECLI:NL:RVS:1998:AP6686
Betreft | Glastuinbouwlocatie Eerste Bathpolder te Reimerswaal |
---|---|
Datum uitspraak | 10-03-1998 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | Reimerswaal, concrete beleidsbeslissing, glastuinbouw |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer E01.96.0014 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
Als in een streekplan geen concrete beleidsbeslissing is opgenomen met betrekking tot glastuinbouw, is daarmee de m.e.r.-plicht nog niet verwerkt bij de vaststelling van een bestemmingsplan. NB dit betreft oude jurisprudentie die onder het huidige stelsel anders kan worden beoordeeld. (zie ook informatie over plan-m.e.r.)
Casus
Het bestemmingsplan ‘Eerste Bathpolder’ voorziet in de ontwikkeling van een glastuinbouwgebied van 100 hectare. De partiële streekplanherziening bevat weliswaar uitspraken over de ontwikkeling van glastuinbouwgebieden, maar deze zijn niet aan te merken als concrete beleidsbeslissing. Het bestemmingsplan vindt daarom niet zijn grondslag in de partiële streekplanherziening. Omdat deze herziening ook niet kan worden aangemerkt als het ruimtelijk plan waarin als eerste in de glastuinbouwlocatie is voorzien. Als zodanig dient het bestemmingsplan te worden aangemerkt. Hieruit volgt dat de gemeenteraad van Reimerswaal het bestemmingsplan niet had mogen vaststellen zonder tevoren een MER op te stellen.