ECLI:NL:RVS:2010:BN4929
Betreft | Buitengebied Oost Gelre |
---|---|
Datum uitspraak | 25-08-2010 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | natuur, Natura 2000-gebieden, Oost Gelre, buitengebied |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 200904974/1/R2 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Als aangetoond kan worden dat hetgeen dat mogelijk wordt gemaakt in een bestemmingsplan niet leidt tot een toename van de ammoniakemissie, dan kan er wat de ammoniak betreft geen sprake zijn van een verslechterend of significant verstorend effect op een Natura 2000-gebied. In dat geval hoeft ook geen passende beoordeling gemaakt te worden. Er kan dan ook geen plan-m.e.r.-plicht gelden op grond van art. 7.2a, Wet milieubeheer.
Casus
De gemeenteraad van Oost Gelre heeft op 14 april 2009 het bestemmingsplan “Buitengebied 1998, herziening 35” vastgesteld. Dit plan is opgesteld voor de uitbreiding van een pluimveehouderij.
Tegen het plan is in beroep gegaan. Er is onder andere aangevoerd dat ten onrechte geen passende beoordeling heeft plaatsgevonden.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) stelt vast dat het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied, het Korenburgerveen, op ongeveer negen kilometer van de uitbreiding ligt. Aangezien de uitbreiding niet leidt tot een toename van de ammoniakemissie die door het bedrijf wordt veroorzaakt, heeft de gemeenteraad zich op het standpunt kunnen stellen dat het plan geen verslechterend of significant verstorend effect heeft op het Natura 2000-gebied. Hierdoor kan er ook geen reden bestaan dat een passende beoordeling gemaakt had moeten worden.
Uitspraak
Het beroep is ongegrond.