ECLI:NL:RVS:2012:BY3077

Betreft Ontgrondingenvergunning BillyBird
Datum uitspraak 14-11-2012
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden milieueffectrapportage-plicht (MER-plicht), ontgrondingen, vergunningen, zandwinning, m.e.r.-beoordeling, vormvrije m.e.r.-beoordeling
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201107911/1/R4

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Er kan alleen sprake zijn van een m.e.r.(beoordelings)-plicht als het genomen besluit is vermeld in kolom 3 of 4 van de betreffende categorie uit het Besluit m.e.r. Zo kan er geen m.e.r.-plicht zijn voor een ontgrondingsvergunning in verband met een recreatieve voorziening (categorie C10.1 in het oude Besluit m.e.r. 1994).

Zie voor een vergelijkbare zaak voor eenzelfde vergunning, ABRvS 14 april 2010, zaaknrs. 200808652/1/R2 en 200808340/1/R2.

NB Deze casus valt onder het Besluit m.e.r. zoals dat vóór 1 april 2011 luidde. Ook het nieuwe Besluit m.e.r. noemt in categorie 16 ontgrondingen. De drempelwaarde is wel aanzienlijk aangescherpt (van 100 hectare naar 25 hectare). Dit vanwege de Europese M.e.r.-richtlijn. C10 is op 1 april 2011 vervallen.

Casus

Op 6 juni 2011 heeft het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant een ontgrondingsvergunning verleend voor het aanleggen van een plas ten behoeve van het winnen van zand voor recreatiepark BillyBird Park Hemelrijk. Er is reeds op 30 januari 2009 een milieuvergunning verleend die ziet op milieuaspecten van de ontgronding. Appellanten betogen onder meer dat een MER moeten worden opgesteld vanwege de gevolgen die de door het recreatiepark aangevraagde activiteiten kunnen hebben.

Overwegingen van de bestuursrechter
Ontgrondingen als bedoeld in categorie 16.1 van onderdeel C van het Besluit m.e.r. (oud) zijn pas m.e.r.-plichtig vanaf één of meerdere winplaatsen van in totaal 100 hectare. In casu is sprake van 8 hectare. Ten behoeve van recreatieve voorziening als bedoeld in categorie 10.1 van het oude Besluit m.e.r. is een ontgrondingsvergunning niet als m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig besluit aangemerkt. Hierdoor kan geen sprake zijn van een m.e.r.-plicht.

Uitspraak
De Afdeling verklaart de beroepen ongegrond.