Veelgestelde vragen
Wanneer is sprake van project-mer-plicht?
Om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan worden verschillende maatregelen genomen, zoals dijkversterking, rivierverruiming en reservering van gebieden voor waterberging. Vaak is voor deze maatregelen een projectbesluit nodig, dat wordt opgesteld door de waterbeheerder. Dat kan een waterschap zijn of het Rijk. Als het waterschap bevoegd gezag is voor het projectbesluit, is de mer-plicht verbonden aan de goedkeuring van dit projectbesluit door Gedeputeerde Staten. Vaak moet voor deze projectbesluiten (eerst) een mer-beoordeling worden gedaan. Gedeputeerde Staten of de Minister moeten dan besluiten of voor de besluitvorming over het projectbesluit een mer nodig is. Dit is het geval als:
- Een nieuwe dijk wordt aangelegd of een bestaande dijk wordt versterkt (categorie K4 van het Omgevingsbesluit)
- De functie van een gebied verandert (categorie J12 uit bijlage V van het Omgevingsbesluit). Het komt regelmatig voor dat landbouwgrond wordt gebruikt voor rivierverruiming of waterberging, waardoor de functie van het gebied verandert naar water en/of natuur.
- Als bij rivierverruiming ontgronding en/of winning van delfstoffen (zand, klei) aan de orde is (categorie B1 uit bijlage V van het Omgevingsbesluit). Als deze ontgronding plaatsvindt in een gebied groter dan 25 hectare is rechtstreeks sprake van mer-plicht (zie kolom 2 bij categorie B1).
Wanneer is sprake van plan-mer-plicht?
Om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan worden verschillende maatregelen genomen, zoals dijkversterking, rivierverruiming en reservering van gebieden voor waterberging. Als hiervoor een plan wordt opgesteld – bijvoorbeeld een omgevingsvisie, een omgevingsplan of een bestemmingsplan – óf als voorafgaand aan het projectbesluit een voorkeursbeslissing wordt genomen, dan kan er sprake zijn van plan-mer-plicht. Dat is het geval als:
- Het plan kaderstellend is voor een mer-beoordelingsplichtige activiteit, zie de voorbeelden bij de vraag hierboven over project-mer-plicht.
- Voor het plan een passende beoordeling nodig is, omdat er gevolgen voor Natura 2000-gebieden kunnen zijn.
Waar zit de link tussen klimaat en andere milieuthema’s?
Klimaat overlapt vaak met meerdere andere thema’s.
- Bij klimaatmitigatie is overlap met luchtkwaliteit (broeikasemissies) en energie(transitie).
- Bij klimaatadaptatie wordt vaak een link gelegd met water (waterveiligheid en watertekort), ruimtelijke ordening en gezondheid (bijvoorbeeld als gevolg van hittestress).
In een milieueffectrapport is het thema klimaat daarom vaak aan een van deze thema’s gekoppeld.
Wanneer is klimaatverandering relevant voor een milieueffectrapport?
Klimaatverandering kan van groot belang zijn bij afwegingen over de ruimtelijke inrichting van landelijke en stedelijke gebieden. Daarom is het belangrijk in een milieueffectrapport voor een ruimtelijk plan (structuurvisie, omgevingsvisie, bestemmingsplan, omgevingsplan) aandacht te besteden aan de gevolgen van klimaatverandering en hoe daarmee kan worden omgegaan.
- Het rapport moet in beeld brengen welke risico’s klimaatverandering voor een gebied met zich mee brengt en welke adaptatiemaatregelen of alternatieve keuzes er zijn.
- Ook kan het rapport laten zien welke kansen er zijn om adaptatiemaatregelen te combineren met andere doelstellingen, bijvoorbeeld voor natuur of recreatie.
- Tenslotte is het belangrijk dat het inzicht geeft in onzekerheden die samenhangen met klimaatverandering en maatregelen die hiervoor achter de hand gehouden kunnen worden.