Algemene informatie
Landschap in milieueffectrapportage kan lastig zijn omdat er nauwelijks harde kaders in wet- en regelgeving zijn. De beschrijving van effecten op landschap lijkt vaak willekeurig en subjectief: Wanneer is iets een verslechtering of verbetering? Wanneer is landschap belangrijk en wat is dan belangrijk om te beschrijven in het milieueffectrapport?
Wat is landschap?
De Commissie mer gaat uit van de definitie van landschap van de Raad van Europa: ‘Een gebied zoals dat door mensen wordt waargenomen en waarvan het karakter bepaald wordt door natuurlijke en/of menselijke factoren en de interactie daartussen.'
Dit betekent dat landschap op zowel het buitengebied als het stedelijke gebied betrekking heeft en zowel op bestaande waarden als op nieuwe waarden.
Welke informatie is nuttig in het milieueffectrapport?
Als landschap meer sturend is voor het milieueffectrapport, dan neemt de betekenis van het rapport toe voor de besluitvorming en in de discussie met de omgeving, omdat die landschap vaak als belangrijk onderwerp ziet. De plankwaliteit en de kwaliteit van de leefomgeving verbetert daardoor. Met de volgende drie stappen kunt u bepalen welke informatie over landschap in het milieueffectrapport nodig is:
1. Beschrijf of bepaal de ambitie
2. Beschrijf de landschappelijke kwaliteiten
3. Bepaal een aanpak op maat
Stap 1: Ambitie
In nationaal, provinciaal en lokaal beleid zijn de waarden van en de doelstellingen voor een gebied vastgelegd. Breng deze in beeld zodat een antwoord gegeven wordt op de vraag: wat is de gewenste landschappelijke kwaliteit? De ambities bepalen welke functies en activiteiten daarbij passen en helpt zo bij het uitwerken van alternatieven.
Als er (nog) geen landschapsbeleid is, dan speelt het doel van het voorgenomen project een belangrijke rol. Is het bijvoorbeeld de bedoeling ruimtelijke kwaliteit te creëren met het project, dan geeft het milieueffectrapport aan wanneer dat gelukt is en beschrijft hoe mensen hun nieuwe omgeving waarnemen.
Stap 2: Landschappelijke kwaliteiten
Stap 2 brengt de kwaliteit van het gebied in beeld. Kenmerken van landschap zijn bijvoorbeeld openheid, historische verkaveling of de schaal van bebouwing. Deze kenmerken worden hoog of laag gewaardeerd, afhankelijk van bijvoorbeeld de mate waarin ze intact zijn (‘gaafheid’). De waardering is meestal (deels) herleidbaar uit gemeentelijk, provinciaal of landelijk landschapsbeleid of ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Het milieueffectrapport beschrijft of en welke kwaliteiten in beleid zijn vastgelegd. Is het landschap niet beschermd dan geeft de kennis van lokale belangenorganisaties, een bezoek aan het gebied met bewoners en deskundigen en informatie uit zienswijzen houvast. Het rapport beschrijft welke kenmerken waardevol zijn (of juist niet) en waarom.
Stap 3: Aanpak op maat
Stap drie draait om de gevolgen van het voorgenomen project op het landschap. Zijn er geen gevolgen? Zijn er juist nadelige effecten? Of wordt er ruimtelijke kwaliteit toegevoegd? Wat moet er in het milieueffectrapport?
Neutraal effect
Een voornemen heeft geen invloed op het landschap als de structuur en herkenbaarheid ervan niet of nauwelijks verandert. Denk aan uitbreiding van een zware chemische installatie binnen een grote bestaande inrichting of de toevoeging van twee windturbines in een bestaand park van 40 turbines. Een motivering (in beeld) in het milieueffectrapport waarom dat zo is, volstaat dan.
Nadelige effecten
Als er nadelige effecten door het voornemen ontstaan, dan beschrijft het milieueffectrapport de effecten op het landschap en de mogelijke maatregelen om deze te verzachten.
Positieve effecten of nieuwe waarden
Het milieueffectrapport is goed te gebruiken bij het ontwikkelen van alternatieven die (bestaande) waarden versterken en/of nieuwe ruimtelijke kwaliteiten toevoegen.
- Als het gebied door versnippering of verrommeling weinig landschappelijke waarden (meer) heeft, dan kan het rapport gebruikt worden om te bekijken of met het voornemen de versnippering of verrommeling teruggedrongen kan worden.
- Voor ontwikkelingen in gebieden met hoge (beschermde) landschappelijke waarden bevat het rapport in ieder geval een alternatief dat gericht is op behoud en mogelijk versterking van bestaande waarden. Dit speelt vooral bij beschermde landschappen, maar kan ook elders een rol spelen.
- Bij ruimtelijke ingrepen, zoals (rijks)wegen, grote industrie- en woningbouwlocaties, die sowieso grote gevolgen op het landschap hebben, wordt in het milieueffectrapport een alternatief uitgewerkt waarin gezocht wordt naar nieuwe ruimtelijke kwaliteiten.
Afhankelijk van het gebied en de landschapsambities kunnen dus (meerdere) heel verschillende alternatieven worden uitgewerkt. Hierdoor worden de te maken keuzes duidelijk.
Wegstrepen kan niet
Het is belangrijk om de effecten op bestaande waarden en nieuwe kwaliteiten apart te benoemen. Streep de aantasting van bestaande kwaliteit niet weg tegen het creëren van nieuwe kwaliteit. Door de positieve en negatieve effecten afzonderlijk in beeld te brengen, ontstaat overzicht voor de te maken keuzes.
Studiegebied
Het studiegebied bestaat voor landschap uit:
- het plangebied, de toegangswegen en de ruimten tussen de toegangswegen;
- de zone waarbinnen de voorgenomen activiteiten nog waarneembaar zijn.
Neem belangrijke landschappelijke elementen en structuren in de omgeving in hun geheel mee.
Het belang van kaarten en visualisaties
Goed beeldmateriaal is essentieel om de effecten duidelijk te maken, met een leesbare legenda en eenduidige aanduiding van plan- en studiegebied. Zichtbaarheidsanalyses tonen waar en tot welke afstand een plan of project nog zichtbaar is; vooral handig als die meteen duidelijk is. Visualisaties vanuit diverse gezichtspunten en routes maken een integrale beoordeling van de kwaliteiten en effecten mogelijk.
Zorg voor een passend detailniveau: bij een gedetailleerd besluit passen gedetailleerde visualisaties, bij een globaal besluit, globalere visualisaties.