3228. Kavelbesluiten V en VI Hollandse Kust (noord)

De minister van Economische Zaken en Klimaat wil besluiten over een toekomstige plaats voor een windpark op de Noordzee, namelijk kavel V in het windenergie gebied Hollandse Kust (noord). Er is op dit moment ervoor gekozen om geen apart kavel VI voor innovaties aan te wijzen. In een kavelbesluit wordt bepaald waar en onder welke voorwaarden een windpark op zee gerealiseerd mag worden. Met een tender wordt later bepaald welke partij de subsidie krijgt en het windpark mag realiseren. Voordat de minister besluit heeft hij de milieugevolgen laten onderzoeken in een milieueffectrapport. De minister heeft de Commissie m.e.r. gevraagd het rapport en de aanvulling daarop te toetsen.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
13-04-2017 Aankondiging start procedure
14-04-2017 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen
24-04-2017 Adviesaanvraag bij de Commissie mer
05-09-2017 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Toetsing
09-04-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
15-06-2018 Ter inzage legging MER
06-09-2018 Toetsingsadvies uitgebracht
Voorlopig toetsingsadvies
Persbericht
Toetsing aanvulling op het MER
07-09-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
29-10-2018 Advies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
Het aangepaste rapport laat zien dat het mogelijk is dat de turbines in het gebied Hollandse Kust (noord) verder van de kust worden geplaatst. Turbines blijken dan in kustplaatsen zoals Petten en Bergen aan Zee minder vaak zichtbaar te zijn. In andere kustplaatsen neemt de zichtbaarheid van de turbines iets toe. Ook blijkt dat de fundering van 10 MW-turbines met ‘lichtere’ heiwerkzaamheden aangelegd kan worden. Heiwerkzaamheden veroorzaken dan minder onderwatergeluid en hebben minder effecten op het onderwaterwaterleven (met name bruinvissen). Toch blijven blijven ook dan nog maatregelen nodig om onderwatergeluid te beperken. De Commissie vindt dat met het aangevulde rapport goede en complete milieu-informatie beschikbaar is gekomen, waarmee de minister de randvoorwaarden en voorschriften het kavelbesluit kan onderbouwen.


Voorlopig toetsingsadvies
Het rapport laat de milieugevolgen van de aanleg en exploitatie van de windparken goed zien. Zo is een helder overzicht gegeven van effecten op vogels en vleermuizen. Het rapport beschrijft de milieueffecten wanneer het gehele windenergiegebied gebruikt wordt. Daarnaast wordt één kavelindeling onderzocht waarin niet het gehele windenergiegebied gebruikt wordt. Het is echter ook mogelijk om met deze indeling te schuiven, waardoor de windturbines verder van de kust komen te liggen met mogelijk positieve gevolgen voor landschap (minder zichtbaar). Bijvoorbeeld opstellingen waarbij er geen of minder windturbines dichter bij de kust in de 10-12 mijlszone staan. Uit het rapport maakt de Commissie verder op dat negatieve effecten op het onderwaterleven (onderwatergeluid op bruinvissen) mogelijk overschat zijn bij het plaatsen van grote turbines (zogenaamde 10 megawatt-turbines). Reden hiervan is dat de fundering van deze turbines mogelijk met ‘lichtere’ heiwerkzaamheden aangelegd kan worden en daarmee met minder onderwatergeluid. De Commissie adviseert het rapport op bovenstaande punten aan te passen en daarna pas te besluiten. Hierdoor kan de minister nog rekening houden met deze mogelijke milieuvoordelen. De minister heeft aangegeven het advies over te nemen.


Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie vindt de voorgestelde onderzoeksaanpak helder en relevant. Effecten op natuur, landschap en scheepvaartveiligheid krijgen zo voldoende aandacht. In het rapport worden ook de effecten van verschillende maatregelen onderzocht om nadelige effecten te voorkomen, bijvoorbeeld maatregelen om de effecten van het geluid bij het heien voor het onderwaterleven te beperken.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Peter van der Boom, MA
ir. Yttje Feddes
prof. ir. Han Ligteringen
dr. Godfried van Moorsel
ing. Rob Vogel

Voorzitter: mr. Tom Smit
Werkgroepsecretaris: drs. Sjoerd Harkema

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Bevoegd gezag
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland


Bijgewerkt op: 29 okt 2018