1408. Woningbouw Westergouwe, Gouda
De m.e.r. is in 2 fasen ontworpen: een 1e fase gekoppeld aan het Masterplan, en een 2e fase die gekoppeld is aan het voorontwerp bestemmingsplan. In beide fasen zal een MER worden opgesteld. Het richtlijnenadvies is beperkt tot de 1e fase. De minister van VROM heeft eind 2002 vraagtekens gezet bij de locatie Westergouwe (vanwege de ligging in een relatief laag deel van de al laag gelegen Zuidplaspolder). Om de waterhuishoudkundige en geotechnische randvoorwaarden voor de realisatie van Westergouwe in beeld te brengen, is begin 2004 de Werkgroep Waterbeheer Westergouwe (3W) in het leven geroepen.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
21-01-2004 Datum kennisgeving |
21-01-2004 Ter inzage legging van de informatie |
25-03-2004 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing 1e fase |
31-05-2005 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
02-06-2005 Kennisgeving MER |
02-06-2005 Ter inzage legging MER |
30-08-2005 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Toetsing 2e fase |
20-06-2006 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
22-06-2006 Kennisgeving MER |
22-06-2006 Ter inzage legging MER |
20-10-2006 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
In het begin van het m.e.r.-proces (startnotitie) is gestart met de voorkeur van de gemeente Gouda om Westergouwe in te vullen volgens het zogenaamde groenblauwe raamwerk. Een model dat ontworpen is van uit een sterk landschappelijke/cultuurhistorische visie op het gebied. Dit alternatief is te beschouwen als een voorloper van het alternatief ‘polderstad’ in het MER 1e fase.
De in de richtlijnenfase gevraagde aandacht voor het wateraspect, is door de gemeente Gouda zeer serieus opgepakt. Ondermeer door de resultaten van de Werkgroep-3W heeft dit geleidt tot een tweede alternatief in het MER 1e fase: het alternatief ‘waterstad’. De gemeente Gouda heeft haar voorkeur verlegd naar dit alternatief, omdat hiermee de ‘waterproblemen’ het best zouden worden opgelost.
De Commissie is van mening dat het MER 1e fase al veel informatie bevat die van nut is voor de besluitvorming, maar niettemin op een aantal fronten toelichting dan wel verdere uitwerking behoeft in de 2e fase. In hoofdlijnen gaat het daarbij om de volgende punten: de motivatie van de alternatieven, de opbouw van het meest milieuvriendelijk alternatief (mma) en een (ecologische) systeembeschrijving.
Ten behoeve van de motivatie van alternatieven is geen nieuw onderzoek nodig. Van belang is het om in het MER 2e fase een goede beschrijving op te nemen van het proces (van alternatievenontwikkeling) dat doorgemaakt is en van randvoorwaarden/eisen waaraan Westergouwe moet voldoen, met als resultaat het alternatief ‘waterstad’ als vertrekpunt voor de 2e fase.
Bij de toetsing van het MER 2e fase heeft de Commissie essentiële tekortkomingen geconstateerd, die betrekking hebben op het ontbreken van een hydro-ecologische systeemanalyse en de uitwerking van een aantal wateraspecten. Op deze vlakken heeft de aanvulling voldoende inzicht opgeleverd.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
drs. ir. Bart Brorens |
ir. Noël van Dooren |
dr. Henk Everts |
ing. Peter Kroeze |
ing. Ben Peters |
Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: drs. Marc Laeven
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Gouda |
Bevoegd gezag |
---|
Gouda |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C11.1 | tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom |
Bijgewerkt op: 11 jul 2011