2753. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), advisering 2013 en 2015
Het Rijk wil de achteruitgang van Nederlandse natuurgebieden (Natura 2000) door de te hoge belasting/verontreiniging met stikstof stoppen (afkomstig van veehouderijen, verkeer en industrie). Het Rijk stelt daarom in het Programma Aanpak Stikstof (PAS) maatregelen voor om de uitstoot van stikstof tegen te gaan, natuur te herstellen en daardoor ruimte te creëren voor nieuwe economische ontwikkelingen. De staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Infrastructuur en Milieu besluiten binnenkort over het PAS. Voorafgaand aan dit besluit zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. De Commissie constateerde eerder dat het rapport nog niet compleet was. De Commissie is nu gevraagd het aangepaste rapport te toetsen.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
29-04-2013 Aankondiging start procedure |
29-04-2013 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen |
04-06-2013 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies over reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
30-10-2014 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
09-01-2015 Kennisgeving MER |
10-01-2015 Ter inzage legging MER |
26-03-2015 Toetsingsadvies uitgebracht |
persbericht |
Voorlopig Toetsingsadvies |
Toetsing aanvulling op het MER |
29-05-2015 Advies uitgebracht |
Toetsingsadvies MER en aanvulling daarop |
persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Toetsingsadvies milieueffectrapport en de aanvulling daarop
De Commissie was eerder van mening dat het milieueffectrapport voor het PAS te optimistisch is over het positieve effect van in het PAS opgenomen herstelmaatregelen voor natuur. Het aangepast rapport beschrijft voor de eerste PAS-periode (zes jaar) een procesaanpak van intensieve monitoring, onderzoek en evaluatie om te controleren of maatregelen voldoende effectief zijn. De maatregelen ‘achter de hand’ worden de komende drie jaar uitgewerkt, zodat ze klaar zijn om ingezet te kunnen worden bij het eerste evaluatiemoment in 2017.
Voorzitter Kees Linse: ‘Een goed monitoringprogramma voor luchtkwaliteit en natuurherstel is essentieel zodat tijdig bijgestuurd kan worden bij tegenvallers. De beschikbare ruimte voor nieuwe economische ontwikkelingen is namelijk afhankelijk van het daadwerkelijk optreden van natuurherstel.’
De Commissie vindt dat met de beschreven procesaanpak onzekerheden in effecten kunnen worden opgevangen en er daardoor een goede basis ligt om een goed onderbouwd besluit over de PAS te kunnen nemen.
Voorlopig toetsingsadvies
Uit het rapport blijkt dat in Natura 2000-gebieden de belasting met stikstof in de eerste PAS-periode (zes jaar) naar verwachting licht daalt. Het rapport laat echter ook zien dat voor het gewenste natuurherstel meer nodig is. Voor veel natuurgebieden wil het rijk om die reden over zes jaar een nieuwe afweging maken om emissies van veehouderijen, verkeer en industrie verder te verminderen.
De Commissie is van mening dat het PAS te optimistisch is over het positieve effect van in het PAS opgenomen herstelmaatregelen. De Commissie adviseert daarom de onzekerheden van de maatregelen beter te beschrijven, en ook maatregelen ‘achter de hand’ uit te werken om bij te kunnen sturen bij tegenvallers.
De Commissie onderschrijft de conclusie uit het PAS dat de stikstofdepositie licht daalt. Zij wijst er in het advies op dat wanneer in de eerste PAS-periode ruimte wordt geboden voor economische ontwikkeling (bijvoorbeeld nieuwe wegen of veehouderij-en) duidelijk moet zijn of dit ‘no-regret’-activiteiten zijn die natuurherstel in de toe-komst niet in de weg staan. Ook adviseert zij het monitoring- en bijsturingsprogramma nader uit te werken. De staatssecretaris (EZ) en de minister (IenM) hebben aangegeven het rapport hierop te laten aanpassen.
Advies reikwijdte en detailniveau
Het MER moet nut en noodzaak onderbouwen en informatie geven over de (invulling van de) sturingsfilosofie. Niet alleen moet naar effecten door stikstofdepositie gekeken worden maar ook naar andere milieueffecten die de biodiversiteit van Natura 2000-gebieden beïnvloeden.
De Commissie adviseert in het MER de volgende vragen te beantwoorden:
- Welke economische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de milieusituatie zijn te verwachten zonder de PAS? Nut en noodzaak voor een programmatische aanpak kunnen hiermee onderbouwd worden. Het geeft ook een referentiebasis voor de effectbeoordeling van de PAS.
- Op basis van welke principes wordt sturing gegeven aan duurzame economische ontwikkelingen? Gebeurt dit vanuit de vraag (‘door de markt’) of door gerichte in-terventies van de overheid. Als de overheid stuurt is dat dan het rijk, de provincie en/of de gemeente?
Ook adviseert zij de alternatieven voor de invulling van de PAS niet alleen te vergelijken op basis van stikstofdepositie en waterkwaliteit maar ook aandacht te besteden aan de effecten op andere natuurgebieden, gezondheid, landschap en energie.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Hans Huizer |
drs. Sjef Jansen |
prof.dr. Henk Meurs |
mr. dr. Marcel Soppe |
drs. Kees Vertegaal |
drs. Rob van Woerden |
Voorzitter: dr. Kees Linse
Werkgroepsecretaris: drs. Bart Beerlage
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerie van Economische Zaken |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Economische Zaken |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
007.1 | Plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling |
C14 | 2011: pluimvee/varkens |
Bijgewerkt op: 20 dec 2019