3093. Evaluatie verwerking productiewater Schoonebeek
De NAM injecteert sinds 2011 productiewater van de oliewinning bij Schoonebeek in lege gasvelden in Twente. In de vergunning is vastgelegd dat na 6 jaar deze verwerkingsmethode wordt geëvalueerd. Aan de hand van de evaluatie besluit de minister van Economische Zaken of de vergunning wordt voortgezet. De NAM heeft het Eindrapport Herafweging Verwerking productiewater Schoonebeek opgesteld, waarin verschillende methoden voor verwerking van productiewater naast elkaar zijn gezet. De minister heeft de Commissie m.e.r. gevraagd het eindrapport te beoordelen.
Procedure en adviezen
Advisering over de onderzoeksopzet van de Evaluatie en Herafweging |
---|
23-11-2015 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
07-03-2016 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Persbericht |
Advies onderzoeksopzet van de Evaluatie en Herafweging |
Tussentijdse Toetsing |
24-05-2016 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
08-09-2016 Advies uitgebracht |
Advies Tussenrapport |
Persbericht |
Toetsing |
14-11-2016 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
06-02-2017 Toetsingsadvies uitgebracht |
Persbericht |
Advies eindrapport |
Opmerkingen bij de advisering
Advies over het eindrapport
De Commissie vindt dat het eindrapport de juiste informatie bevat om een goed onderbouwd besluit te kunnen nemen over injectie in de Twentevelden. Er is geen betere verwerkingsmethode beschikbaar die voldoet aan de benodigde capaciteit en die het gebruik van de Twentevelden overbodig maakt.
Advies over het Tussenrapport
Op basis van het rapport wordt duidelijk dat zich sinds 2006 geen relevante doorbraken op het gebied van zuiveringstechnieken hebben voorgedaan. Wel is een aantal omstandigheden veranderd, die de evaluatie extra actueel maken. Zo is er in de toevoerleiding een lekkage geweest, valt in Twente de opslagcapaciteit tegen en is in Drenthe een aantal lege gasreservoirs beschikbaar gekomen voor opslag. De wijze waarop de injectie oor-spronkelijk plaats vond moet daardoor sowieso aangepast worden.
Het rapport concludeert ook dat de alternatieven ‘waterinjectie Twente-Drenthe’ en ‘Zoutwater naar zee’ negatieve effecten hebben. Deze beoordeling kan volgens de Commissie mogelijk minder negatief uitvallen als de omstandigheden ter plaatse van het lozingspunt beter worden bekeken. Ook zijn maatregelen om eventuele negatieve effecten tegen te gaan nog onvoldoende onderzocht. De Commissie adviseert om het Tussenrapport ten aanzien van deze punten nog te verhelderen. De Commissie is van oordeel dat met deze aanpassingen de informatie uit het Tussenrapport een goede basis vormt voor de keuze van alternatieven die nader uitgewerkt zullen worden.
Advies onderzoeksopzet Evaluatie
De Commissie m.e.r. is het eens met het voorstel van de NAM om in de evaluatie de huidige verwerkingsmethode te vergelijken met alternatieve methoden. Voorbeelden van andere methoden zijn lozing van het productiewater op oppervlaktewater of zelfs op zee. Hierbij horen andere transportleidingen en vormen van waterzuivering. Deze methoden hebben ook andere milieueffecten en -risico’s, denk aan het energiegebruik en risico’s voor natuur, landbouw en drinkwater.
De Commissie m.e.r. adviseert in aanvulling op het voorstel van de NAM, om een tussenstap te nemen. Zij adviseert om de alternatieve methoden eerst op hoofdlijnen uit te werken, de (milieu)voor- en nadelen daarvan op een rij te zetten en hierover te rapporteren. Dit tussenrapport biedt een goede basis voor overleg met de omgeving. Om de omgeving goed te betrekken is dan wel tijd nodig. Daarna kunnen de methoden die het meest kansrijk lijken meer gedetailleerd uitgewerkt en afgewogen worden, conform de vergunning. Zo ontstaat een goede basis om onderbouwde afwegingen te maken over de toekomstige verwerking van het productiewater van de oliewinning bij Schoonebeek.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
dr. Maarten Jan Brolsma |
dr. Robert Hack |
drs. Allard van Leerdam |
drs. Joost van der Pluijm |
drs. Gerrit de Zoeten |
Voorzitter: ir. Jan Jaap de Graeff
Werkgroepsecretaris: drs. Willemijn Smal
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Nederlandse Aardolie Maatschappij BV (NAM) |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Economische Zaken |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Drenthe; Nederland, provincie Overijssel
Bijgewerkt op: 17 feb 2017