3131. Winning ophoogzand Noordzee

Op de Noordzee wordt zand gewonnen om de kust door middel van zandsuppleties te beschermen tegen overstroming ('suppletiezand') en om te voldoen aan de marktvraag ('ophoogzand'm. Voor de winning van zand zijn ontgrondingsvergunningen nodig. Voor de vergunningverlening in de periode 2018 tot 2027 zijn twee milieueffectrapporten opgesteld, één voor de winning van suppletiezand en één voor de winning van ophoogzand. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft de Commissie m.e.r. gevraagd de rapporten te toetsen.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
11-05-2016 Adviesaanvraag bij de Commissie mer
02-06-2016 Aankondiging start procedure
03-06-2016 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen
13-09-2016 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Toetsing
11-01-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
23-03-2018 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
De Commissie vindt dat de beide rapporten de milieueffecten van de zandwinningen goed beschrijven. Zowel voor de winning van suppletiezand als van ophoogzand zijn binnen het voor zandwinning gereserveerde gebied op de Noordzee in het milieueffectrapport zogenaamde zoekgebieden onderling vergeleken. Het rapport laat zien dat het voor de milieueffecten niet veel uit maakt of deze zoekgebieden zo dicht mogelijk bij de kust of zover mogelijk van de kust af liggen. Effecten op het onderwaterleven en op andere gebruikers van de Noordzee (bijvoorbeeld scheepvaart) zijn vooral tijdelijk van aard.

Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert om in beide rapporten de benodigde hoeveelheden zand en zoekgebieden voor de planperiode te onderbouwen en een doorkijk te geven naar de langere termijn. Dit is van belang omdat de beschikbaarheid van zand mede afhankelijk is van andere functies van en activiteiten op de Noordzee, zoals windparken, scheepvaartroutes, (beschermde) natuurwaarden en archeologische waarden (scheepswrakken).
Verder dienen de rapporten de effecten op natuurwaarden te beschrijven, met speciale aandacht voor cumulatie van effecten van de totale zandwinning en andere activiteiten op de Noordzee.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

prof. dr. Poppe de Boer
ir. Johan van der Gun
dr. Godfried van Moorsel

Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Stichting La Mer

Bevoegd gezag
Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Overige gegevens

Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied


Bijgewerkt op: 27 mrt 2018