3155. N279 Veghel - Asten
De provincie Noord-Brabant heeft een inpassingsplan opgesteld voor de aanpassing van de N279 tussen Veghel en Asten. Ze heeft de milieugevolgen onderzocht van verschillende alternatieven voor de aanpassing van de weg. De aanpassing moet leiden tot een veiliger en vloeiender afwikkeling van het verkeer en tot een verbetering van de leefbaarheid. Voordat Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant besluit over het inpassingsplan zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. Provinciale Staten heeft de Commissie m.e.r. gevraagd om het rapport te beoordelen.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
25-08-2016 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
05-09-2016 Aankondiging start procedure |
12-09-2016 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen |
01-12-2016 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
06-04-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
28-05-2018 Kennisgeving MER |
29-05-2018 Ter inzage legging MER |
31-07-2018 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Toetsingsadvies
Het effectenonderzoek is zeer gestructureerd en grondig uitgevoerd. De milieueffecten zijn op drie niveaus beschreven: voor het tracé als geheel, voor vijf deelgebieden en voor de varianten van iedere aansluiting. Het rapport laat goed zien welke oplossing meer milieueffecten veroorzaakt en welke minder.
Om haar doelen te realiseren kiest de provincie voor een omleiding bij Dierdonk en optimalisatie van de rest van het tracé. Een voorbeeld van een optimalisatie is vervanging van een kruispunt door een brug of een tunnel. Het rapport toont aan dat optimalisatie van het gehele tracé, zonder omleiding, de verkeersproblemen even goed terugdringt. Deze oplossing is daarnaast milieuvriendelijker en goedkoper. Zo is de invloed op het stelsel van beken en waterlopen en op het landschap veel kleiner. Ook zijn er minder effecten op de natuur.
Nergens wordt duidelijk hoe het grote aantal positievere scores voor het alternatief zónder omleiding bij Dierdonk en het kleine aantal voor het alternatief mét omleiding ten opzichte van elkaar zijn gewogen. De Commissie adviseert dan ook om bij het besluit toe te lichten welke rol milieueffecten hebben gespeeld bij de keuze voor een omleiding bij Dierdonk.
Advies reikwijdte en detailniveau
Het milieueffectrapport moet in de eerste plaats beschrijven welke verkeersproblemen en daarmee samenhangende leefbaarheidsproblemen er moeten worden opgelost en aan welke toetsbare eisen het eindresultaat moet voldoen. Voorbeelden van dergelijke eisen zijn: met een bepaald percentage terugdringen van het aantal verkeersongevallen, van de reistijd tussen Veghel en Asten of van het aantal mensen dat geluidhinder van de weg ondervindt. Pas dan kan worden bepaald wat zinvolle alternatieven zijn voor het realiseren van die doelen.
De voor- en nadelen van de onderzochte oplossingen moeten op een gestructureerde manier met elkaar worden vergeleken. Die analyse moet laten zien met welke oplossingen het gewenste resultaat wordt bereikt. Ze moet ook laten zien of dat resultaat opweegt tegen de effecten op de woon- en leefomgeving, de natuur en het landschap.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ing. Eugène de Beer |
dr. Henk Everts |
drs. Roeland van Kerkhoff |
ir. Jan Termorshuizen |
dr. Fred Woudenberg |
Voorzitter: Marja van der Tas
Werkgroepsecretaris: dr. Johan Lembrechts
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Provincie Noord-Brabant |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Noord-Brabant |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Brabant
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
008.1 | Project-m.e.r. en plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling |
D01.1 | 2011: auto(snel)weg |
Bijgewerkt op: 17 aug 2018