3003. Windturbinepark Spui, gemeente Korendijk
Klein Piershil B.V. wil een windturbinepark van tenminste 15 MW bouwen en exploiteren langs het Spui in de gemeente Korendijk. Om dat park mogelijk te maken moet een inpassingsplan worden gemaakt en moeten vergunningen worden verleend. Voordat de provincie Zuid-Holland over het plan besluit, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. De provincie heeft de Commissie gevraagd het rapport te toetsen.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
05-01-2015 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
07-01-2015 Aankondiging start procedure |
08-01-2015 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen |
02-03-2015 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
17-03-2016 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
17-03-2016 Kennisgeving MER |
17-03-2016 Ter inzage legging MER |
02-06-2016 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Toetsingsadvies
Het rapport wijst in de eerste plaats gebieden in de gemeente aan waar geen windturbines kunnen komen omdat wetgeving en beleidsafspraken dat niet toelaten. De vergelijking van de resterende gebieden laat zien dat de locatie langs het Spui, bij Piershil, de kleinste kans op schade aan beschermde natuur heeft. Voor de locatie Piershil zijn de milieueffecten van een brede range aan opstellingen van windturbines vergeleken. Ze verschillen van elkaar in aantal woningen dat hinder ondervindt van geluid en slagschaduw, in effecten op het landschap en in energieopbrengst. De Commissie concludeert dat het rapport voldoende milieu-informatie bevat om goed onderbouwde afwegingen over het inpassingsplan en de vergunningen te kunnen maken.
Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie vindt het belangrijk dat in het milieueffectrapport de keuze voor windenergie in de Hoeksche Waard goed uitgelegd wordt. Onderbouw de locatiekeuze en laat in het rapport mogelijke alternatieve locaties zien. Beschrijf de effecten van de windturbines op de leefomgeving en nabijgelegen natuur (zoals het Haringvliet).
Verder adviseert de Commissie om een overzicht te geven van mogelijke opstellingen van turbines (bijvoorbeeld minder maar grotere turbines) binnen de kansrijk geachte locaties. Laat in het rapport de mogelijkheden zien om het parkontwerp af te stemmen op bestaande en/of geplande windparken in de aangrenzende gemeenten.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Peter van der Boom, MA |
drs. Sjef Jansen |
ir. Wim Keijsers |
Voorzitter: ir. Hans van der Vlist
Werkgroepsecretaris: dr. Johan Lembrechts
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Bevoegd gezag |
---|
DCMR Milieudienst Rijnmond |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
008.1 | Project-m.e.r. en plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling |
D22.2 | 2011: windturbinepark |
Bijgewerkt op: 03 jun 2016