Wat staat er in een milieueffectrapport?
Nieuwsbericht | 29 januari 2021
Een milieueffectrapport laat de milieugevolgen van een plan of project zien, en ook of hetzelfde doel bereikt kan worden met minder milieueffecten. Zo kan de overheid de milieueffecten meenemen bij haar besluit over het plan of project. Welke info neem je daar nu precies over op en beschrijf je in het milieueffectrapport?
Naar de factsheet
Milieueffectrapportage helpt de minister, provincie, gemeente of het waterschap om het milieubelang goed mee te laten wegen bij een besluit over een plan of project. Het milieueffectrapport is openbaar, zodat iedereen de resultaten van het milieuonderzoek kan zien en ook wat het plan of project voor zijn of haar leefomgeving kan betekenen. Het helpt ook bij de mogelijkheden voor participatie, waarbij burgers kunnen meepraten over het besluit.
Milieueffectrapportage en het milieueffectrapport horen bij een besluit, en zijn geen doel op zich. In de Wet Milieubeheer en in het Besluit m.e.r. staat wanneer het verplicht is.
Wie is wie bij een milieueffectrapport?
- Bevoegd gezag: die neemt het besluit over een plan of project. Dit is een ministerie, provincie, waterschap, of gemeente. Of een combinatie daarvan.
- Initiatiefnemer: de persoon of instantie die een plan of project wil uitvoeren. Bijvoorbeeld de eigenaar van een fabriek of veehouderij, het waterschap die een dijk wil verstevigen of een gemeente die een vergunning wil verlenen.
- Schrijver milieueffectrapport: vaak een adviesbureau, maar ook de initiatiefnemer kan het rapport opstellen.
- Commissie m.e.r.: kijkt als onafhankelijke organisatie of de milieuinformatie in het milieueffectrapport volledig is en klopt. Ze adviseert daarover aan het bevoegd gezag. Hoe ze dat doet, staat in de factsheet Advies van de Commissie m.e.r.
- Belanghebbenden: bijvoorbeeld omwonenden, ondernemers en stichtingen. Zij kunnen bij een plan of project zienswijzen indienen en betrokken worden bij de besluitvorming door participatie.
Wat staat er in een milieueffectrapport?
In de Wet milieubeheer staat wat een milieueffectrapport moet beschrijven. Onder de Omgevingswet blijft dit gelijk. Het zijn de volgende onderwerpen.
- Doel: wat is het doel van de initiatiefnemer?
- Plan/project en alternatieven: op welke manier wil de initiatiefnemer het doel bereiken? Zijn er alternatieven met minder milieugevolgen? Dit moeten redelijke alternatieven zijn en de keuze voor alternatieven moet worden onderbouwd.
- Autonome ontwikkeling: welke andere besluiten zijn al vastgesteld en hebben invloed op het plan of project en de alternatieven? Bijvoorbeeld een woonwijk die in de buurt gebouwd gaat worden of nieuw nationaal beleid rond luchtkwaliteit.
- Huidige situatie en referentiesituatie: wat is de bestaande toestand van het milieu? En wat is de toestand van het milieu in de toekomst als het project niet wordt uitgevoerd? Dit is de referentiesituatie waarmee je de milieueffecten vergelijkt.
- Milieueffecten: alle milieueffecten van het plan of project, en van de alternatieven. De alternatieven worden apart gepresenteerd. Ook wordt onderbouwd hoe de effecten zijn bepaald.
- Vergelijk de milieueffecten: vergelijking van de verschillen in milieueffecten als 1) het plan of project niet doorgaat (referentiesituatie), 2) het plan of project wordt uitgevoerd en 3) de alternatieven worden uitgevoerd.
- Mitigerende maatregelen: de maatregelen die de milieugevolgen kunnen voorkomen, beperken of teniet doen.
- Leemten in kennis: ontbrekende kennis over het milieu die belangrijk is voor het plan of project, zoals het precieze effect van een geitenhouderij voor de gezondheid bij het opstellen van een bestemmingsplan buitengebied. Een monitoring- en evaluatieplan kan hier ook bij horen.
- Samenvatting: een samenvatting die voor een breed publiek duidelijk maakt wat er in het milieueffectrapport is onderzocht.
Thema’s in het milieueffectrapport
Het milieueffectrapport gaat in op geluid en trillingen, lucht, geur, externe veiligheid, bodem, water, natuur, verkeer, cultuur, landschap, archeologie, gezondheid, klimaatadaptatie, circulariteit. De laatste tijd is er ook steeds meer aandacht voor sociale effecten.
Om te bepalen wat het milieueffectrapport moet beschrijven, kan het bevoegd gezag eerst een notitie reikwijdte en detailniveau (laten) opstellen.
Een milieueffectrapport voor een windpark op zee gaat bijvoorbeeld in op geluid onder water, wat mogelijk schadelijk is voor bruinvissen. Een rapport voor een omgevingsplan van een gemeente in veengebied gaat in op bodemdaling.
Het detailniveau verschilt ook. Een visie op nationaal of provinciaal niveau is minder gedetailleerd dan een milieueffectrapport voor een vergunning voor een fabrieksuitbreiding. Het rapport moet dus altijd aansluiten bij het besluit waarvoor het wordt opgesteld.
Wat is een redelijk alternatief?
Bij het bepalen van alternatieven van een plan of project zijn een paar dingen belangrijk. Het alternatief moet voldoen aan het doel. Als het doel is om een fabriek te bouwen, dan is de aanleg van een woonwijk geen alternatief. Het alternatief moet in het geografische gebied van het bevoegd gezag liggen, en de kosten mogen een rol spelen. Ook moeten de alternatieven verschillen in milieugevolgen; er moet dus wel iets te kiezen zijn. Als een alternatief afvalt, dan komt de reden daarvoor in het milieueffectrapport.