107. Compagniesoefenterrein Ginkelse heide

Het Ministerie wilde op basis van het Structuurschema Militaire Terreinen een compagniesoefenterrein van ongeveer 1000 ha inrichten, gebruiken en beheren op de Ginkelse Heide en aangrenzende gebieden tussen de Oude Arnhemseweg, de spoorlijn Ede – Arnhem en rijksweg 12 ten noorden van Ede. Dit terrein zou ook worden gebruikt als eenheidsoefenterrein en als overig oefenterrein, terwijl het ook zal openstaan voor recreatief en mogelijk ander medegebruik.     

Procedure en adviezen

Richtlijnen
29-10-1986 Datum kennisgeving
29-10-1986 Ter inzage legging van de informatie
12-01-1987 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen

Opmerkingen bij de advisering

Aan het einde van 1987 werd een begin gemaakt met de opstelling van het MER. In de loop van 1988 is onderzoek verricht naar de bestaande toestand van het milieu overeenkomstig de richtlijnen. De voorlopige resultaten van dit onderzoek werden in oktober 1988 gepresenteerd aan een aantal direct betrokkenen. Op basis van deze gegevens zijn de alternatieven opgesteld en de daarbij behorende milieueffecten beschreven. Tegen het einde van 1990 was een eindconcept van het MER gereed. Per brief van 16 januari 1991 informeerde het Ministerie van Defensie het gemeentebestuur van Ede, dat de m.e.r.-procedure was stopgezet. Dit omdat bij de herstructurering van de krijgsmacht, zoals die in de Defensienota van maart 1991 was aangegeven, werd uitgegaan van een ander gebruik van de Ginkelse Heide. Het al opgestelde MER zou niet kunnen dienen voor besluitvorming over dat andere gebruik. 

In 1992 werd bekendgemaakt dat de Eder en Ginkelse Heide gebruikt zouden worden door eenheden van de Luchtmobiele Brigade. Omdat het werkelijk in te richten gebied voor de Luchtmobiele Brigade minder zou zijn dan de drempelwaarde van 100 ha zoals aangegeven in het Besluit m.e.r. gold voor deze activiteit geen m.e.r.-plicht. Op aandringen van de Tweede Kamer werd echter wel in 1992 een Natuur- en geluidaspectenonderzoek gestart. Hoewel dit onderzoek geen m.e.r. was, werd de Commissie m.e.r. wel gevraagd te adviseren1.

 

1 Zie project 447. 

 

 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

prof. dr. Bouwer
dr. Arend Brunsting
ir. Gelderblom, gen.-maj. b.d.
drs. Klok
ir. van der Schans
dr. Jacques de Smidt
dr. de Veer

Voorzitter: drs. Hans Ouwerkerk
Werkgroepsecretaris: drs. Jules Scholten

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Ministerie van Defensie

Bevoegd gezag
Ministerie van Defensie

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Gelderland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C07.0 tot 1-4-2011: Aanleg militair oefenterrein >= 100ha

Bijgewerkt op: 01 nov 2018