1187. Uitbreiding spuicapaciteit Afsluitdijk
RWS IJsselmeergebied heeft het voornemen om nieuwe spuisluizen in de Afsluitdijk aan te leggen, als aanvulling op - en dus niet ter vervanging van - de bestaande spuicomplexen.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
03-09-2001 Datum kennisgeving |
03-09-2001 Ter inzage legging van de informatie |
13-11-2001 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing |
06-06-2005 Kennisgeving MER |
06-06-2005 Ter inzage legging MER |
03-10-2005 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
Momenteel wordt het water uit het IJsselmeer naar de Waddenzee afgevoerd via twee spuicomplexen in de Afsluitdijk, één bij Den Oever en één bij Kornwerderzand. De huidige afvoercapaciteit wordt te klein, gezien toekomstige ontwikkelingen zoals zeespiegelstijging, bodemdaling en grotere rivierafvoeren.
Richtlijnenfase
In het richtlijnenadvies vroeg de Commissie vooral aandacht voor de mogelijke (negatieve) effecten op het IJsselmeer en de Waddenzee, die beiden onder meerdere beschermingsregimes vallen. Dit betekent dat deze gebieden beschermd zijn onder het ‘nee, tenzij’ principe. Indien er geen alternatieve oplossingen voor het spuien zijn en er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang dan zijn mitigerende of compenserende maatregelen nodig. Het MER dient in ieder geval de studie van mitigerende of compenserende maatregelen te bevatten, alsmede de motivatie van de gemaakte keuze(s).
Toetsingsfase “locatiekeuze”
De Commissie heeft over het MER een positief toetsingsadvies uitgebracht, waar het de locatiekeuze voor de extra spuicapaciteit betreft. Het MER 2e fase geeft een goede beschrijving van de alternatieven, zowel qua locaties als qua voorlopige inrichting. In het MER zijn de effecten van de alternatieven summier in beeld gebracht, hetgeen ook de vergelijking van alternatieven bemoeilijkt. Deze informatie blijkt in achterliggende documenten wel helder te zijn beschreven. De Commissie doet op een aantal punten aanbevelingen die meegenomen kunnen worden in het uiteindelijke MER met de definitieve inrichting.
De Commissie adviseert verder om de strategische afweging die ten grondslag ligt aan de keuze voor de ‘extra spui’ in het uiteindelijke MER op te nemen. Daarbij dient ook nog ingegaan te worden – ondanks dat besluitvorming over de strategie na 2050 niet aan de orde is – op de (mogelijke) oplossingen voor de lange termijn (minimaal tot 2100).
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
drs. Rob Lambeck |
ir. Kuindert van der Spek |
prof. dr. Joost Terwindt |
ir. Henk-Jan Verhagen |
Voorzitter: ir. Aad van der Velden
Werkgroepsecretaris: drs. Marc Laeven
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Rijkswaterstaat |
Bevoegd gezag |
---|
Rijkswaterstaat |
Fryslan |
Noord-Holland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Friesland; Nederland, provincie Noord-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C16.1 | tot 1-4-2011: Winning oppervlaktedelfstoffen >= 100ha |
C27.2 | tot 1-4-2011: Wijzigen (streef)peil grote meren (Veerse -, IJssel-, Marker-, Rand-, Grevelingen, Haringvliet) |
D12.1 | tot 1-4-2011: Zee-, delta- of rivierdijk: wijziging of uitbreiding |
D15.1 | tot 1-4-2011: Bronbemaling bij bouwputten, bodemsanering en proefwinningen, >= 3 miljoen m3 per jaar |
Bijgewerkt op: 27 mrt 2008