1314. Woningbouw Steenbrugge te Deventer
realisatie van 1500 tot 2400 woningen ten noord-oosten van Deventer
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
24-11-2002 Datum kennisgeving |
24-11-2002 Ter inzage legging van de informatie |
04-02-2003 Advies uitgebracht |
Richtlijnen |
Toetsing |
01-05-2003 Kennisgeving MER |
01-05-2003 Ter inzage legging MER |
23-06-2003 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsing |
Richtlijnen a |
24-06-2004 Advies uitgebracht |
Richtlijnen a |
Opmerkingen bij de advisering
Het MER wordt in twee fasen opgesteld. Eerst zijn alternatieven voor stedenbouwkundige modellen op hoofdlijnen met elkaar vergeleken. Dit eerste fase MER is getoetst door de Commissie. Op basis van het eerste fase MER heeft de Gemeenteraad een keuze gemaakt voor een van de alternatieven, die vervolgens in een tweede fase MER wordt uitgewerkt in een voorkeursalternatief en een meest milieuvriendelijk alternatief. Na opstellen van het tweede fase MER vindt opnieuw toetsing door de Commissie m.e.r. plaats en inspraak.
Een van de hoofdafwegingen bij het vormgeven van de locatie is de keuze of wel of niet ten noorden van de Wechelerweg moet worden gebouwd. Wel bouwen betekent aantasting van het waardevolle landschap ter plekke en mogelijk beïnvloeding van de provinciale ecologische hoofdstructuur. Niet bouwen betekent dat er minder ruimte komt voor inpassing van de waardevolle Zandwetering in het zuiden van de locatie en eventueel dat huizen elders in de gemeente gebouwd moeten worden. Het MER, en de keuze voor de gefaseerde aanpak, beogen met name deze politiek gevoelige keuze te informeren en te onderbouwen.
In het tussentijdse advies over het MER 1e fase constateerde de Commissie dat een goede vergelijking tussen het Basismodel (1500 woningen) en de overige modellen (2000- 2400 woningen) niet mogelijk is, omdat bij de beoordeling van het basismodel geen rekening wordt gehouden met de effecten van het bouwen van 600 woningen elders.
Daarnaast had de Commissie commentaar op de beoordeling van de effectscores van de 4 stedenbouwkundige modellen. Zij wees op het risico dat het gebied ten noorden van de Welchelerweg mogelijk in de toekomst niet gevrijwaard kan blijven van bebouwing en dat vanuit die optiek een model, dat optimaal recht doet aan de potentie van dit gebied, het meest duurzaam kan blijken te zijn. Uit het MER 1e fase blijkt dat het model Zandruggen aangemerkt kan worden als mma. De Commissie gaf in overweging dit model als basis te nemen voor het MER 2e fase en te combineren met een aantal elementen van de andere modellen.
Op basis van het MER 1e fase heeft de gemeente in december 2003 de uitgangspunten voor de verdere ontwikkeling van Steenbrugge vastgelegd in de ‘Tien Randvoorwaarden voor Steenbrugge’1. Het gebied ten noorden van de Wechelerweg zal onderdeel uit maken van de verdere planuitwerking en deze planwerking zal gebaseerd zijn op een combinatie van de in het MER 1e fase beschreven model ‘Park’ en model ‘Zandruggen’. De Commissie geeft in het aanvullend richtlijnadvies voor het MER 2e fase aandachtspunten voor de ontwikkeling van inrichtingsvarianten en de beschrijving van verkeer en daaraan gerelateerde effecten.
1 Zie Bijlage 1
Bijlage 3 pagina -ii-
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Gerard Jan Hellinga |
drs. Sjef Jansen |
ing. Ben Peters |
drs. Klaas-Jan Wardenaar |
Voorzitter: drs. Hans Ouwerkerk
Werkgroepsecretaris: ir. Veronica ten Holder
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Deventer |
Bevoegd gezag |
---|
Deventer |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Overijssel
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
D11.1 | tot 1-4-2011: Bouw >= 2000 woningen in bebouwde kom |
Bijgewerkt op: 22 dec 2020