1337. Toetsingskader voor het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord (SMB)

Het ontwikkelingsbeeld is een strategische visie op de toekomst van de ruimte in Noord-Holland Noord met een planhorizon tot 2030. Het centrale doel van het ontwikkelingsbeeld is het verbeteren van de leefbaarheid, door de economie te ontwikkelen en het welzijn van de bewoners te bevorderen. De visie is niet in de eerste plaats een plannend en toetsend document, maar vooral een op hoofdlijnen sturende visie voor de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen op de lange termijn: een visie die samen met andere overheden en maatschappelijke organisaties moet worden uitgevoerd. Zij is echter alleen juridisch bindend voor het provinciaal bestuur zelf.  De provincie doet met het gekozen proces tevens ervaring op met de milieueffectbeoordeling voor plannen en programma’s, die in 2004 verplicht wordt op basis van een richtlijn van de EU.    

Procedure en adviezen

Richtlijnen
07-04-2003 Advies uitgebracht
Richtlijnen
Toetsing
26-09-2003 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsing

Opmerkingen bij de advisering

De provincie gaat bij het opstellen van het ontwikkelingsbeeld primair uit van 9 op te lossen problemen. Deze problemen liggen op het gebied van milieu, economie en sociaal culturele aspecten. Voorafgaand aan het ontwikkelingsbeeld heeft de provincie 4 scenario’s opgesteld op basis van trends waarop de provincie nauwelijks invloed heeft (‘autonome ontwikkelingen’): voorbeelden van trends zijn globalisering en klimaatverandering. Deze 4 scenario’s hadden een ‘extreem’ karakter en bepaalden feitelijk de hoeken van het speelveld voor de planontwikkeling. Uit de 4 extreme scenario’s zijn vervolgens, mede in overleg met de streek, 2 realistische scenario’s voortgekomen. In deze realistische scenario’s hebben de trends een plek, maar zij zijn tevens gebaseerd op strategieën van de provincie voor ruimtelijke ontwikkeling. Deze twee realistische scenario’s vormen het uitgangspunt voor het ontwikkelingsbeeld.  

De Commissie voor de m.e.r. is gevraagd een advies uit te brengen over het toetsingskader waarmee de twee ontwikkelde scenario’s beoordeeld kunnen worden. Het advies heeft een integraal karakter. Het behandelt milieu, economische en sociaal-culturele aspecten.

De Commissie heeft een aantal stappen geïdentificeerd in de planvorming en - beoordeling. De ontwikkeling van een toetsingskader is daarvan een belangrijk onderdeel. Zij heeft daarbij getracht te leren van eerdere ervaringen met strategische milieubeoordeling en beoogt een opzet te creëren die toepasbaar is bij soortgelijke planprocessen die in de toekomst onderwerp zijn van milieubeoordeling op basis van de EU-richtlijn.

De Commissie gaat in haar advies uit van de twee ‘realistische scenario’s’ die de provincie heeft ontwikkeld. Evenals de provincie acht ook de Commissie het aannemelijk dat een nieuw scenario met een combinatie van deeloplossingen de gesignaleerde problemen beter oplost dan de twee ontwikkelde scenario’s.

 

Het voorgestelde proces van de strategische milieubeoordeling is als volgt

 

Stap 1: Analyse

analyse van autonome trends

  • analyse huidige en toekomstige problemen met (duurzame) ontwikkeling
  • analyse van nieuwe kansen en oplossingen voor problemen
  • analyse van de beleidscontext en van wensen van belanghebbenden en overheden
 

Stap 2: ontwikkelen toetsingskader

formuleren van doelen en een tijdpad voor bereiken van doelen

  • benoemen van indicatoren
  • eventueel formuleren van normen voor duurzaamheid
 

Stap 3: ontwikkelen van deeloplossingen

zoeken van deeloplossingen voor problemen

 

Stap 4: toetsen van deeloplossingen en scenario’s

toetsen deeloplossingen op risico’s: doelbereik en neveneffecten

  • toetsen negatieve en positieve wisselwerking tussen deeloplossingen
  • benoemen van mogelijkheden om risico’s kleiner te maken
  • evaluatie robuustheid scenario’s: passen deeloplossingen bij elkaar?
  • Evaluatie flexibiliteit scenario’s
 

Stap 5: monitoring (komt in dit advies niet aan de orde)

  • mechanismen voor bewaken voortgang planuitvoering
 

Bij de toetsing concludeerde de Commissie dat de uitgevoerde ‘integrale toets’ een zeer verdienstelijke en belangrijke stap voorwaarts is in de ontwikkeling van strategische effectbeoordelingen. De integrale toets levert bruikbare resultaten op voor het ontwikkelingsbeeld. De vertaling van de toets in bouwstenen voor het ontwikkelingsbeeld kan echter verbeterd worden. Deze stap in de toets is cruciaal omdat zij het schakelpunt is tussen toets en beleid. Het zal een antwoord moeten geven op de dilemma’s van de ontwerpers van het ontwikkelingsbeeld. Het moet verbanden leggen tussen economie, milieu, bebouwingspatroon, sociale gevolgen, infrastructuur en waterhuishouding. Het brengt dus de deeloplossingen met elkaar in verband. De Commissie heeft geadviseerd dit onderdeel in de toets te versterken om een betere doorwerking in het beleid mogelijk te maken en daarmee de kwaliteit van de planvorming te verbeteren.

 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Frank Bruinsma
ir. Arnold Grijns
Rik Herngreen
dr. ir. Jan Hoeks
ir. Pieter Janse
ir. Sijmons

Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: drs. Stefan Morel

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Noord-Holland

Bevoegd gezag
Noord-Holland

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
002 Vrijwillige m.e.r.

Bijgewerkt op: 31 aug 2007