1441. Herontwikkeling olieveld Schoonebeek, Drenthe

De NAM wil het olieveld bij Schoonebeek opnieuw in gebruik nemen. Het gaat dan om winbaar maken van olie door middel van injectie van stoom, het produceren van olie, het scheiden van olie en productiewater en het injecteren van productiewater in leeggeproduceerde gasvelden.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
09-06-2004 Datum kennisgeving
09-06-2004 Ter inzage legging van de informatie
Advies voor richtlijnen
Richtlijnen a
01-09-2004 Datum kennisgeving
01-09-2004 Ter inzage legging van de informatie
05-11-2004 Advies uitgebracht
Richtlijnen a
Toetsing a
06-09-2006 Kennisgeving MER
06-09-2006 Ter inzage legging MER
17-11-2006 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

De oorspronkelijke startnotitie is aangevuld: voor waterinjectie zal ook worden gekeken naar de mogelijkheden in Overijssel. Het voornemen kent activiteiten in Duitsland (pijpleiding naar Lingen) en grensoverschrijdende effecten.

De hoofdpunten van het advies betreffen:

  • de landschappelijke en ecologische effecten dienen voldoende in beeld gebracht te worden;
  • waterinjectie dient zodanig uitgebreid te behandeld te worden dat de in het kader van het Landelijke Afvalbeheerplan (LAP) benodigde vergelijking mogelijk is;
  • Het MER dient duidelijk te maken welke gevolgen er voor de waterkwaliteit en -kwantiteit in Zuidoost-Drenthe zijn door het wegvallen van een deel van de effluentlozingen van de RWZI Nieuw-Amsterdam;
  • Het MER dient voldoende aandacht te besteden aan de gevolgen van calamiteiten, zowel van de installaties als van de infrastructuren, voor mens en natuur.
  • een goede samenvatting.

Toetsing:

Het betreft een project dat uit verschillende activiteiten bestaat (zie onder ‘Activiteit’). Deze activiteiten kennen elk hun eigen problematiek.

Met betrekking tot de oliewinning vond de Commissie in eerste instantie de informatie over zwavelwaterstof (H2S) in het MER onvoldoende. Deze giftige stof bevindt zich van nature in het gas, dat meekomt met de oliewinning. De initiatiefnemer heeft voor aanvullende informatie gezorgd, waardoor duidelijk is geworden welke concentraties van zwavelwaterstof verwacht mogen worden en welke veiligheidsmaatregelen met betrekking tot deze stof genomen worden.

Met betrekking tot de injectie van productiewater in leeggeproduceerde gasvelden is met name het gasveld Tubbergen belangrijk. Drie van de vier plaatsen waar productiewater geïnjecteerd zal worden liggen in een Natura2000-gebied. Het is echter volgens de Commissie niet waarschijnlijk dat het geluid van de injectieapparatuur significante gevolgen zal hebben voor de soorten ten behoeve waarvan dit gebied is aangewezen. Ook denkt de Commissie dat de volgorde van de verschillende manieren om met het afvalwater om te gaan, geredeneerd vanuit het milieubelang, hierdoor niet zal veranderen. Waarschijnlijk zal het besluit voor injectie van productiewater in dit gasveld over ca. 10 jaar genomen worden. Voorafgaand daaraan zal in ieder geval een Habitattoets moeten worden uitgevoerd.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Wim Been
ir. Lon Schöne
prof. ir. van der Vuurst de Vries
drs. Klaas-Jan Wardenaar

Voorzitter: dr. Dick Tommel
Werkgroepsecretaris: drs. Geertje Korf

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)

Bevoegd gezag
Drenthe
Provincie Overijssel
Ministerie van Economische Zaken

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Drenthe


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C17.2 tot 1-4-2011: Winning aardolie of aardgas >= 500ton respectievelijk >= 500.000m3
C18.5 tot 1-4-2011: Niet-gevaarlijk afval (m.u.v. baggerspecie): storten of in de grond brengen >= 500.000m3

Bijgewerkt op: 13 feb 2008