1504. Spoorzone Breda
De gemeente Breda heeft het voornemen om in de Spoorzone circa 5000 woningen en ruim 400.000 m2 bruto vloeroppervlakte voor werkfuncties en voorzieningen te realiseren. De Spoorzone bestaat uit zes ontwikkelingsgebieden: Stationskwartier, Havenkwartier, Zoete Inval, Markoevers, Drie Hoefijzers en Liniepark. Het gehele gebied beslaat ongeveer 160 hectare.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
02-02-2005 Datum kennisgeving |
02-02-2005 Ter inzage legging van de informatie |
31-03-2005 Advies uitgebracht |
Richtlijnen |
Toetsing |
17-11-2005 Kennisgeving MER |
17-11-2005 Ter inzage legging MER |
23-01-2006 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsing |
Opmerkingen bij de advisering
Het stedelijk plan kent een lange looptijd met fasering en er zijn onzekerheden over het tempo en de aard van de ontwikkelingen in de verschillende deelgebieden.
De Commissie raadt in haar richtlijnenadvies aan in het MER functionele scenario’s voor de planontwikkeling in het gehele gebied te hanteren. Het meest milieuvriendelijk alternatief dient te worden ontwikkeld door te streven naar een gunstig scenario (locaties ontwikkelen in het gewenste tempo en gericht op een kwalitatief hoogwaardig stedelijk milieu) en door maatregelen op te nemen die gunstig zijn voor het milieu cq negatieve effecten beperken. De effecten die de leefbaarheid van de omgeving sterk kunnen beïnvloeden zullen vooral voortkomen uit de toename van verkeer. Het gaat hierbij vooral om (verkeers)veiligheid, geluidseffecten, trillingen en effecten op de luchtkwaliteit.
Toetsing:
Het stedelijk plan spoorzone Breda kent een lange looptijd met fasering en er zijn onzekerheden over het tempo en de aard van de ontwikkelingen in de zes verschillende deelgebieden. De Commissie raadde in haar richtlijnenadvies aan in het MER functionele scenario’s voor de planontwikkeling in het gehele gebied te hanteren. Het meest milieuvriendelijk alternatief dient te worden ontwikkeld door te streven naar een gunstig scenario (locaties ontwikkelen in het gewenste tempo en gericht op een kwalitatief hoogwaardig stedelijk milieu) en door maatregelen op te nemen die gunstig zijn voor het milieu of negatieve effecten beperken. De effecten die de leefbaarheid van de omgeving sterk kunnen beïnvloeden zullen vooral voortkomen uit de toename van verkeer. Het gaat hierbij vooral om (verkeers)veiligheid, geluidseffecten, trillingen en effecten op de luchtkwaliteit.
De Commissie beoordeelt de informatie in het MER als voldoende. In haar toetsingsadvies adviseert de Commissie:
- een aanvulling op het MER te maken, als blijkt dat de ontwikkeling van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor leidt tot een externe veiligheidssituatie die beperkend is voor de planontwikkeling;
- voor fijn stof met verbeterde gegevens aan te tonen dat voldaan wordt aan de saldering van het Besluit luchtkwaliteit 2005;
- de informatie over geluid op onderdelen nader te specificeren in de bestemmingsplannen.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Hans Huizer |
ir. Eric Mackay |
ir. Jan Termorshuizen |
Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: ir. Frans Dotinga
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Breda |
Bevoegd gezag |
---|
Breda |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Brabant
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C11.1 | tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007