1830

Nieuw Gemengd Bedrijf te Horst aan de Maas

Heideveld, Christiaens Group en Kuijpers Kip willen in Horst aan de Maas samen een bedrijf ontwikkelen. Het gaat om uitbreiding van een bestaand varkensbedrijf en vestiging van een nieuw varkensbedrijf, een pluimveebedrijf en een installatie voor de verwerking van de geproduceerde bio-massa.

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies
Het MER is overzichtelijk, prettig leesbaar en goed ondersteund met bijlagen. Met de nadere toelichting op het voornemen, die naar aanleiding van het locatiebezoek is opgesteld, heeft het MER aan duidelijkheid gewonnen.

De Commissie signaleerde bij toetsing echter een aantal tekortkomingen, die zij mede op basis van de ingediende zienswijzen essentieel acht voor het volwaardig meewegen van het milieubelang bij de besluitvorming. Daarop is een aanvulling op het MER opgesteld met informatie over:

  • De vergelijking van de alternatieven inclusief de referentiesituatie en het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) voor het varkenshouderijbedrijf.
  • De uittreedsnelheid van de ventilatielucht bij het pluimveebedrijf.
  • De stikstofemissie en depositie van het pluimveebedrijf en de BEC.
  • Een overzicht van de ligging van en de effecten op de kwetsbare natuurgebieden.
  • De cumulatieve geurbelasting.
  • De biogasinstallatie.
  • De behandeling van het afvalwater en het permeaat van het pluimveebedrijf en BEC.

Ook is de aanvulling voorzien van een rapportage over volksgezondheid in relatie tot de intensieve veehouderij. Hiermee zijn de gezondheidsaspecten voldoende in beeld gebracht. De Commissie meent dat het MER samen met de aanvulling de essentiële informatie biedt voor de besluitvorming.


 
Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie in het MER:

 

  • De bijdrage van de bedrijven aan de toekomstige geurhinder.
  • De toekomstige ammoniakemissie en -depositie van de bedrijven.
  • De verandering in stofemissie.
  • De effecten van de bedrijven op geluid, veiligheid en landschap door de infrastructurele belasting.
  • Het meest milieuvriendelijk alternatief (MMA).
  • De wijze en omvang van de mestopslag en mestver- en/of -bewerking en de wijze van mestafzet.
  • De consequenties van het voornemen op de waterkwantiteit en –kwaliteit.

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Rob Aagten

ir. Jan Bakker

ir. Tilly Fast

ing. Hay Hendriks

ing. Wim Hoeve

voorzitter

ir. Niek Ketting

werkgroepsecretaris

ing. Gerard Elbertsen

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Limburg

Initiatiefnemer

Christiaens Group, Houbensteyn Holding BV, Kuijpers Kip, Maatschap Vullings

Start advisering

15 oktober 2010