De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Marum, Leek, Zuidhorn en Grootegast willen een gezamenlijk bestemmingsplan opstellen voor het buitengebied van de regio Westerkwartier. Hierbij zal aandacht besteed worden aan de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve veehouderij, natuurontwikkeling (ecologische hoofdstructuur) en recreatie. Het op te stellen bestemmingsplan is plan-m.e.r.-plichtig.
Hoofdpunten uit het advies
Het nieuwe bestemmingsplan zal ruimte bieden aan activiteiten die mogelijk invloed hebben op:
- natuurwaarden, met name de Natura 2000-gebieden het Leekstermeer, het Lauwersmeer en de Bakkeveense duinen, maar ook de ecologische hoofdstructuur, en
- landschappelijke/cultuurhistorische waarden zoals houtsingels, wierden, dijken en diepen, zandruggen, veenmoerassen, waterlopen en kronkelsloten.
Tijdens de toetsing bleek dat er nog niet voldoende informatie was ten aanzien van de ontwikkelingen op het landgoed Nienoord en de effecten op beschermde natuur. Deze aanvullende informatie is aangeleverd.
De Commissie is van oordeel dat het plan-MER en de aanvullende informatie tezamen de essentiële informatie bevatten om het milieubelang voldoende te kunnen laten meewegen in de besluitvorming.
Het MER en de aanvullende informatie geven voldoende informatie over de effecten op luchtkwaliteit en geur. Ook wordt voor deze fase van de besluitvorming in afdoende mate ingegaan op de activiteiten op landgoed Nienoord en de effecten daarvan. Verder deelt de Commissie de conclusie dat “significant negatieve gevolgen op Natura 2000 met het voorliggende plan niet zijn uit te sluiten”.