230. Definitieve opslag verontreinigde grond Oost-Abtspolder

De voorgenomen activiteit bestaat uit de volgende deelactiviteiten:  ● definitieve opslag van niet-reinigbare grond, voor zover deze niet herbruikbaar is en niet valt onder het Stoffen- en Processenbesluit Wca1, alsmede definitieve opslag van niet-reinigbare grond, die valt onder het Stoffen- en Processenbesluit Wca; ● tijdelijke opslag van grond ten behoeve van (her-)bemonstering en/of in afwachting van een definitieve bestemming; ● bufferopslag van hergebruikgrond, zolang geen werk voorhanden is waarin deze grond kan worden toegepast. Het voornemen is om de opslagplaats aan te leggen in de noordpunt van de Oost-Abtspolder (NOAP), een voormalige stortplaats van verontreinigde baggerspecie. De NOAP ligt in Midden-Delfland, in een gebied waarop de Reconstructie Midden-Delfland van toepassing is. Voor de aanleg van de definitieve opslagplaats (DOP) voor verontreinigde grond is de medewerking vereist van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland. Volgens de Reconstructiecommissie zal de stortperiode niet langer mogen zijn dan vijf jaar.   1 Wca staat voor Wet chemische afvalstoffen. 

Procedure en adviezen

Richtlijnen
20-04-1989 Datum kennisgeving
20-04-1989 Ter inzage legging van de informatie
16-06-1989 Advies uitgebracht
Toetsing
20-06-1991 Kennisgeving MER
20-06-1991 Ter inzage legging MER
27-08-1991 Toetsingsadvies uitgebracht

Opmerkingen bij de advisering

In haar toetsingsadvies stelde de Commissie dat het MER voldoende informatie bevatte voor de besluitvorming. De landschappelijke inpassing en de consequenties van de Richtlijn gecontroleerd storten, vooral ten aanzien van de afstand tussen de stortzool en de hoogste grondwaterstand, achtte zij summier behandeld. 

De opslagplaats is ongeveer negen jaar in gebruik geweest waarbij ongeveer 2,4 miljoen m3 zwaar verontreinigde grond is opgeslagen. In oktober 2001 is de stortplaats gesloten. Begin 2002 wordt het materiaal afgedekt en met een laag schone grond overdekt. Voor de eindbestemming bestaan verschillende gedachten; naast de gemeente Rotterdam zijn ook het recreatieschap Midden-Delfland en de reconstructiecommissie Midden-Delfland betrokken bij de besluitvorming hierover.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. ir. Jan Hoeks
ir. Evert Mulder
mr. Daan Samkalden
prof. dr. ir. Verruijt
dipl.ing. Vollmer

Voorzitter: ir. van Dixhoorn
Werkgroepsecretaris: drs. Martha Buitenkamp

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rotterdam

Bevoegd gezag
Provincie Zuid-Holland
Rijkswaterstaat
Ministerie van Volkhv., R.O. en Milieubeheer
hoogheemraadschap Delfland
Zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C18.2 tot 1-4-2011: Oprichten inrichting voor gevaarlijk afval: verbranden, chemisch behandelen, storten of in de ondergrond brengen
C18.5 tot 1-4-2011: Niet-gevaarlijk afval (m.u.v. baggerspecie): storten of in de grond brengen >= 500.000m3

Bijgewerkt op: 31 aug 2007