2492. Zuidas Dok Amsterdam
De milieueffecten voor de Structuurvisie ZuidasDok zijn voldoende onderzocht. Het milieueffectrapport (MER) laat zien dat het project op veel milieuaspecten erg positief scoort. In sommige gevallen is de score nog wel onzeker, omdat deze afhankelijk is van de nadere uitwerking. De Commissie adviseert hiermee rekening te houden.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
02-03-2011 Adviesaanvraag |
09-03-2011 Datum kennisgeving |
09-03-2011 Ter inzage legging van de informatie |
12-05-2011 Advies uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Toetsing |
07-03-2012 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
07-03-2012 Kennisgeving MER |
07-03-2012 Ter inzage legging MER |
31-05-2012 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
Toetsing
De Minister van IenM wil de aanwezige infrastructuur (o.a. A10, spoor) bij de Zuidas in Amsterdam geheel of gedeeltelijk ondergronds brengen. Hierdoor ontstaat ruimte voor uitbreiding van de infrastructuur en een andere invulling van de vrijkomende ruimte. Die invulling bestaat bijvoorbeeld uit een nieuwe OV-terminal, kantoorruimte, woningen en voorzieningen. Een belangrijk doel is ook het verbeteren van de leefkwaliteit en het verminderen van de barrièrewerking. Voor de realisatie van dit plan wordt een structuurvisie opgesteld, waarover de Minister een besluit gaat nemen. Voor de besluitvorming daarover is een MER opgesteld.
Het MER beschrijft verschillende alternatieven voor de inrichting van de ZuidasDok. Het MER geeft ook al veel informatie voor de te nemen vervolgbesluiten. Alle alternatieven dragen in meer of mindere mate bij aan de projectdoelstellingen en hebben (lokaal) negatieve effecten, onder andere op de waterhuishouding en (tunnel)veiligheid.
De Commissie plaatst in haar advies kanttekeningen bij een aantal beschreven positieve milieueffecten in het MER, omdat sommige effecten in dit stadium nog onzeker zijn, bijvoorbeeld de beschreven duurzaamheidambities. Het halen van deze positieve scores is afhankelijk van later te maken keuzes binnen het project ZuidasDok. Indien deze achterwege blijven zullen de beschreven positieve milieueffecten niet optreden. De Commissie adviseert bij de vervolgprocedures deze onderdelen te nuanceren en bij de uitwerking de (positieve) milieueffecten goed te onderbouwen.
Reikwijdte en detailniveau
In haar advies over reikwijdte en detailniveau van het plan-MER geeft de Commissie aan dat de volgende informatie essentieel is voor de besluitvorming:
- Concretisering en onderbouwing van de projectdoelstellingen en andere ambities, met speciale aandacht voor de aspecten duurzaamheid en kwaliteit van de leefomgeving.
- Beschrijving van het voornemen en de alternatieven, met speciale aandacht voor de bouwopgave en fasering, inclusief tijdelijke situaties gedurende de realisatie.
- Inzicht in de effecten op de bereikbaarheid, geluid en trillingen, interne en externe veiligheid, (grond)waterhuishouding en kwaliteit van de leefomgeving, zowel in de eindfase als in tijdelijke situaties.
- Inzicht in de samenhang en onderlinge afhankelijkheden tussen ZuidasDok en andere ontwikkelingen in en rond het studiegebied, vooral de realisatie van de “Flanken”.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
dr. Gijs-Jan van Blokland |
prof. dr. ir. Rob van der Heijden |
ing. Laurent de Jong, M.Sc. |
ir. Bert Sman |
Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Gemeente Amsterdam |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Projectburo Zuidas |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C01.4 | tot 1-4-2011: Verbreding hoofdweg of ombouw tot autosnelweg |
D11.2 | tot 1-4-2011: Stadsproject >= 100ha of >= 200.000m3 bvo: aanleg, wijziging of uitbreiding |
Bijgewerkt op: 30 nov 2012