2543. Monitoring aardgaswinning onder de Waddenzee vanaf locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen
De NAM startte in 2007 met winning van aardgas in het Waddenzeegebied volgens het 'hand aan de kraan principe'. Dit betekent dat aardgaswinning toegestaan is, maar gestopt wordt bij teveel bodemdaling of aantasting van de natuur in de Waddenzee. De Commissie treedt op als onafhankelijke Auditcommissie. Zij brengt jaarlijks advies uit over de kwaliteit van de monitoring aan de minister van EL&I.
Procedure en adviezen
Monitoring aardgaswinning 2011 |
---|
06-06-2011 Adviesaanvraag |
12-04-2012 Advies uitgebracht |
Persbericht advies 2011 |
Advies 2011 |
Opmerkingen bij de advisering
De Commissie heeft op 12 april 2012 het advies uitgebracht aan de minister van EL&I. Het advies is op 28 juni openbaar geworden, omdat de minister dit advies met zijn reactie hierop doorgestuurd heeft aan de Tweede Kamer.
Samenvatting
De bodemdaling door gaswinning onder de Waddenzee blijft binnen de grenzen. Dat blijkt uit de rapportage 2011 van de NAM. Zoals verwacht kan nu nog niets gezegd worden over effecten op natuur. Hiervoor zijn eenduidige meetreeksen van meerdere jaren nodig die nu nog niet beschikbaar zijn. In 2012 vindt een evaluatie plaats van de totale monitoringsopzet. De Auditcommissie adviseert de afstemming tussen de meetprogramma’s in de evaluatie centraal te stellen.
Achtergrond
Het Rijksbesluit Gaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen (hierna het Rijksprojectbesluit) geeft de Nederlandse aardolie Maatschappij (NAM) B.V. de mogelijkheid om onder randvoorwaarden aardgas te produceren in het Waddenzeegebied uit de zes velden Moddergat, Nes, Lauwersoog C, Lauwersoog West, Lauwersoog Oost en Vierhuizen Oost.
De randvoorwaarde is dat de (dynamische) natuur in en rondom de Waddenzee niet wordt aangetast door bodemdaling als gevolg van de gaswinning. Mocht dit wel het geval zijn dan wordt de gaswinning beperkt of gestopt. Dit is het zogenaamde 'hand aan de kraan'-principe. Om te bepalen of deze randvoorwaarde wordt overschreden is in het Rijksprojectbesluit bepaald, dat de bodemdaling en de natuurwaarden moeten worden gemonitord door de NAM. De NAM rapporteert jaarlijks over de monitoring aan de minister van EL&I.
In het Rijksprojectbesluit is ook bepaald dat de Commissie m.e.r. als onafhankelijke auditor de minister jaarlijks adviseert over deze Rapportage.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
prof. dr. Poppe de Boer |
dr. Karel Essink |
dr. Henk Everts |
mr. dr. Annelies Freriks |
dr. Kick Hemker |
prof. dr. Piet Hoekstra |
prof. ir. van der Vuurst de Vries |
drs. Jan van der Winden |
Voorzitter: drs. Lambert Verheijen
Werkgroepsecretaris: drs. Sjoerd Harkema
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Nederlandse Aardolie Maatschappij BV (NAM) |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
006 | Géén m.e.r., wel advies van Commissie gevraagd |
Bijgewerkt op: 26 nov 2018