3287

Natura 2000 Ontwikkelopgave Weerribben

De provincie Overijssel wil een omvangrijk pakket aan maatregelen nemen om de natuur in de beschermde natuurgebieden De Wieden en Weerribben te herstellen. Zo worden verbindingen tussen natuurgebieden aangelegd en worden er langgerekte veenputten (‘petgaten’) gegraven om bijzondere natuurtypen terug te brengen. Voordat Provinciale Staten van Overijssel besluiten over de inpassingsplannen en ontgrondingsvergunningen, worden de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport voor ieder gebied.

Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben de Commissie m.e.r. gevraagd om de rapporten tussentijds te toetsen op de kwaliteit van de nu beschikbare informatie

Hoofdpunten uit het advies

Tussentijds toetsingsadvies
De Commissie vindt dat de voorlopige milieueffectrapporten al een goed beeld ge-ven van waterpeilen, grondwaterkwaliteit en reliëf die van invloed zijn op de natuur-waarden in De Wieden en Weerribben. Ook geven ze aan hoe complex het is om de beoogde, zeer kwetsbare natuur te ontwikkelen. Daarom doet de provincie terecht nog nader onderzoek naar de oppervlakte- en grondwaterkwaliteit van de gebieden die noodzakelijk is voor de ontwikkeling van die kwetsbare, vochtige natuur.

De Commissie adviseert om in de uitwerking van de rapporten ook aan te geven wat klimaatverandering betekent voor het halen van de natuurdoelstellingen in het gebied. Want de gewenste natte natuurwaarden kunnen schade ondervinden van langdurige droogte en de aanvoer van voedselrijker water.

Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert om een goede watersysteemanalyse te maken. Daarmee wordt duidelijk hoe het water in en door het natuurgebied stroomt, waar welke waterpeilen worden gehanteerd en welke kwaliteit het water heeft. Zo kan worden bepaald met welke inrichtingsmaatregelen gewenste natuurtypes als blauwgraslanden en veenmosrietlanden zich beter kunnen ontwikkelen.
Uit de notitie reikwijdte en detailniveau van de provincie maakt de Commissie op dat er lijkt te zijn afgesproken dat de maatregelen geen significant negatieve effecten mogen hebben op de landbouw in de omgeving. Het is belangrijk om dit soort randvoorwaarden aan het project in het milieueffectrapport expliciet te maken. 

Samenstelling van de laatste werkgroep

drs. Gert Dekker

dr. Jacobus (Koos) Groen

drs. Sjef Jansen

voorzitter

mr. Tom Smit

werkgroepsecretaris

mr. drs. Gijs Hoevenaars

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Overijssel

Initiatiefnemer

Provincie Overijssel

Laatste advies uitgebracht op

21 november 2018