3329. Versterking Lekdijk traject Culemborgs Veer - Beatrixsluis
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wil de Lekdijk aan de noordzijde versterken tussen het Culemborgs Veer en de Beatrixsluis. Een deel van deze dijk voldoet niet meer aan de veiligheidsnormen. Ook zijn er maatregelen nodig voor beter beheer van de dijk. De Stichtse Rijnlanden heeft een voorkeursalternatief uitgewerkt. Voordat de provincie over de dijkversterking en het beheer beslist, heeft het Hoogheemraadschap een milieueffectrapport opgesteld.
Procedure en adviezen
Tussentijdse toetsing |
---|
29-03-2021 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
17-06-2021 Advies uitgebracht |
Tussentijds toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing |
07-02-2024 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
18-03-2025 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
ToetsingsadviesEen onderdeel van het voorkeursalternatief is een damwand in de wal bij Fort Honswijk. Deze is nodig omdat de bomen op de wal, wanneer die omwaaien, de wal kunnen beschadigen en zo een risico vormen. Het verwijderen van de bomen heeft negatieve effecten op de aanwezige vleermuizenpopulatie in het fort. De damwand heeft echter negatieve gevolgen voor Werelderfgoed de Hollandse Waterlinies, waar het fort onderdeel van is.
Het rapport beschrijft ook een alternatief met minder negatieve gevolgen voor het fort én de vleermuispopulatie, namelijk het plaatsen van big bags tijdens hoogwater. De Commissie beveelt aan om een toekomstvisie te ontwikkelen voor de bomen op de wal en het nut van de damwand te heroverwegen.
Verder zijn de effecten op natuur in het rapport op twee onderdelen onvoldoende onderbouwd. Dit geldt voor de stikstofberekeningen en voor het positieve effect van de voorgestelde bloemrijke dijk én het beheer daarvan. De Commissie adviseert om het rapport aan te vullen met deze informatie, voordat een besluit wordt genomen over de dijkversterking.
Tussentijds toetsingsadvies
Het milieueffectrapport voor fase 1 geeft veel informatie over de gevolgen van de dijkversterking voor onder andere de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, natuur, landschap en de leefomgeving. Deze effecten worden meegewogen bij de keuze van de voorkeursoplossing. Het rapport maakt nog niet goed duidelijk in hoeverre het verflauwen van het dijktalud noodzakelijk is voor de waterveiligheid of wenselijk voor het beheer van de dijk, zegt de Commissie. Dit is wel van belang, omdat dit negatieve effecten voor het landschap kan hebben. Het is daarom volgens de Commissie noodzakelijk dat de afweging over de ‘beheermaatregelen’ wordt losgekoppeld van het voldoen aan de veiligheidsdoelstelling. Het ligt voor de hand dat de afweging over beheermaatregelen in de planuitwerkingsfase plaatsvindt.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
Irma Dekker, MSc |
prof. dr. ir. Matthijs Kok |
dr. Heleen van Londen |
Voorzitter: ir. Kees Slingerland
Werkgroepsecretaris: dr. Patrick Patiwael
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Utrecht |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Utrecht
Categorieën Bijlage V Omgevingsbesluit
Code | Omschrijving |
---|---|
001 | Project-MER |
K4 | Werken voor kanalisering en werken ter beperking van overstromingen |
Bijgewerkt op: 18 mrt 2025