3351. Omgevingsvisie Zuid-Holland

De provincie Zuid-Holland werkt aan de Omgevingsvisie. De visie is een samenvoeging van bestaand beleid zoals de visie Ruimte en Mobiliteit, het Milieubeleidsplan en het Waterplan. De nieuwe omgevingsvisie bevat geen nieuw beleid. Daarnaast wil de provincie beslissen over drie beleidsverrijkingen 1. Rijke groenblauwe leefomgeving, 2. Juiste kantoor op de juiste plek en 3. Verstedelijking en wonen. Voordat Provinciale Staten hierover besluiten zijn de milieugevolgen onderzocht in een Leefomgevingstoets. De provincie heeft de Commissie m.e.r. gevraagd dit rapport te beoordelen.

Procedure en adviezen

Toetsing
08-10-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
21-12-2018 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
Uit de Leefomgevingstoets spreekt een groot realisme. Duidelijk is dat met het in de toekomst doortrekken van het bestaand beleid, de (milieu)ambities niet worden gehaald en de leefomgeving en natuur sterk onder druk staan. De provincie wil de omgevingsvisie de komende twee jaar verder uitwerken met nieuw beleid. De Commissie adviseert voorafgaand aan het besluit duidelijk aan te geven wat de provincie nú besluit over de visie en wat later. Geef daarom ook aan hoe en met welke stappen de visie in de toekomst verder uitgebouwd wordt met nieuw beleid. Daarnaast ontbreekt onder andere de onderbouwing van de milieuscores, waardoor scores niet herhaalbaar en controleerbaar zijn. Hierdoor kan de provincie daar nu en in de toekomst nog geen rekening mee houden. De Commissie adviseert de leefomgevingstoets hierop aan te passen en daarna pas een besluit te nemen over de Omgevingsvisie en de beleidsverrijkingen.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

drs. John Dagevos
dr. Roeland During
ir. Tilly Fast
drs. Sjef Jansen
dr. Michiel van Pelt

Voorzitter: dr. Kees Linse
Werkgroepsecretaris: drs. Willemijn Smal

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Provincie Zuid-Holland

Bevoegd gezag
Provincie Zuid-Holland
DCMR Milieudienst Rijnmond

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C01.2 2018: aanleg auto(snel)weg
C01.3 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding niet auto(snel)weg>= 4 rijstroken >10 km
C02 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding spoorweg voor spoorverkeer lange afstand
C03 2018: aanleg binnenvaarweg schepen >=1350 ton of wijziging of uitbreiding opp. >=20% voor schepen >=1350 ton of verdieping >5milj. m3 grond of verlegging zomerbed met >=50 ha
C15.1 2018: infriltratie van water in de bodem of onttrekking grondwater alsmede wijziging of uitbreiding van bestaande infriltraties en onttrekkingen >=10 milj m3 pj
C22.2 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark >=20 windturbines
D01.1 2018: wijziging of uitbreiding van auto(snel)weg tracélengte > =5 km
D01.2 2018: wijziging of uitbreiding weg van >=4 rijstroken of verlegging of verbreding weg =4 rijstroken (niet-auto(snel)weg) tracélengte > 5 km
D02.2 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een tramrails , boven- en ondergrondse spoorwegen, zweefspoor en dergelijke bijzondere constructies, >=500 m en gelegen >=25 m buiten bestemming of uitbreiding met >=1 spoor over >5km en in gevoelig gebied
D03.1 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding binnenvaarweg voor schepen met laadvermogen >=900 ton of als opp >=25 ha
D11.2 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen ingeval opp. >=100 ha, een aaneengesloten gebied met >=2000 of meer woningen, of een bedrijfsvloeroppervlak van >=
D11.3 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een industrieterrein als opp. >= 75 ha
D18.7 2018: wijziging of uitbreiding van een installatie bestemd voor de verbranding of de chemische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen capaciteit installatie >=50 ton per dag
D22.1 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een industriële installatie bestemd voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water indien elektriciteitscentrale met een vermogen van 200 megawatt (thermisch) of meer en, indien het een wijziging of
D22.2 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark indien gezamenlijk vermogen van >= 15 megawatt (elektrisch), of 10 windturbines of meer

Bijgewerkt op: 08 jan 2019