De gemeenten Brielle en Westvoorne willen een omgevingsplan voor het buitengebied vaststellen. Dit plan valt onder de crisis- en herstelwet. Voorafgaand aan de besluitvorming over het plan zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. De gemeenteraden hebben de Commissie m.e.r. gevraagd het rapport te beoordelen.
Hoofdpunten uit het advies
Toetsing
De gemeenten hebben het buitengebied opgedeeld in verschillende landschapszones, zoals veenpolders en glastuinbouw. De milieueffecten van het omgevingsplan zijn per zone beoordeeld. Uit het rapport blijkt dat de meeste effecten te verwachten zijn in het glastuinbouwgebied en het agrarisch gebied. Het gaat dan met name om effecten van geluid, lucht en geur. Als de eisen die het omgevingsplan aan nieuwe ontwikkelingen stelt worden toegepast, dan zijn ongewenste effecten mogelijk te voorkomen. Soms kan het zelfs gunstig zijn voor landschap en natuur.
Het rapport maakt echter nog onvoldoende duidelijk hoe de effecten zijn bepaald. Wat meespeelt is dat ook niet duidelijk is wat het omgevingsplan precies mogelijk maakt. Bovendien ontbreekt een monitoringsplan waarmee de gemeenten effecten van het plan in de gaten kunnen houden. Deze informatie is wel essentieel voor het volwaardig meewegen van het milieubelang bij de besluitvorming over het omgevingsplan buitengebied, aldus de Commissie.