352. Baggerspeciebergingsdepot in de Hollandsche IJssel
Het plan behelst de aanleg van een depot voor de berging van baggerspecie en/of verontreinigde zellinggrond die vrijkomt bij de sanering van de rivier de Hollandsche IJssel, en zuiveringsslibresiduen. Dit initiatief maakt deel uit van een principebesluit over de aanpak van de problemen die zijn ontstaan voor de leefbaarheid van het gebied grenzend aan de Hollandsche IJssel, als gevolg van verontreiniging.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
10-04-1991 Datum kennisgeving |
10-04-1991 Ter inzage legging van de informatie |
10-06-1991 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Opmerkingen bij de advisering
In haar advies voor richtlijnen heeft de Commissie gevraagd om niet alleen aandacht te besteden aan de voorgestelde aanpak van de problematiek van de verontreiniging van de Hollandsche IJssel en haar oevers, die resulteert in de voorgenomen activiteit, maar om tevens aan te geven in hoeverre de voorgestelde aanpak een 'milieuwinst' betekent. Hierbij is het van belang om inzicht te krijgen in het gehele probleemveld: 'saneren, verwijderen en verwerken'. Er moet dus niet alleen worden gekeken naar de gevolgen van de aanleg van een depot, maar ook naar de positieve gevolgen voor het milieu van de Hollandsche IJssel en haar zellingen. De locatiekeuze respectievelijk de inrichtings- en beheeraspecten zijn niet los te zien van een aantal keuzen en afwegingen die in het principebesluit zijn gemaakt. Doordat een groot aantal vragen bijvoorbeeld met betrekking tot de te saneren specieklassen, in dit besluit niet is beantwoord, zijn er veel alternatieven te definiëren. Om te komen tot een overzichtelijke en goede selectie stelt de Commissie een gefaseerde aanpak voor. Eerst het aangeven van een kader waarbinnen alternatieven kunnen orden gedefinieerd. Vervolgens een globale uitwerking van deze alternatieven. Daarna een selectie en een gedetailleerde uitwerking van de resterende alternatieven.
De Commissie heeft in maart 1993 het MER voorgetoetst. Het MER is niet ter visie gelegd. Het project is in 1994 opgeschort.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Bruin |
ir. Henk Buijtenhek |
ir. Wil van Duijvenbooden |
dr. Cees Kwakernaak |
Voorzitter: dr. Jacques de Smidt
Werkgroepsecretaris: ir. Margot de Cleen
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Rijkswaterstaat |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Rijkswaterstaat |
Ministerie van Volkhv., R.O. en Milieubeheer |
Hoogheemraadschap Schieland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C18.2 | tot 1-4-2011: Oprichten inrichting voor gevaarlijk afval: verbranden, chemisch behandelen, storten of in de ondergrond brengen |
C18.3 | tot 1-4-2011: Stort baggerspecie >= 500.000m3, klasse >= 3 |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007