3666. Warmteleiding Rijswijk - Leiden
WarmtelinQ wil een warmtetransportleiding aanleggen van Rijswijk naar Leiden. Hiermee kan in de toekomst de gemeente Leiden restwarmte gebruiken van de industrie uit het Rotterdamse havengebied. Daarmee worden ongeveer 22.000 woningen van warmte voorzien. Voordat de provincie besluit over dit project, zijn de milieueffecten ervan onderzocht in een milieueffectrapport.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
13-05-2022 Adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r. |
04-08-2022 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
31-10-2023 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r. |
15-02-2024 Voorlopig advies uitgebracht |
Voorlopig toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Voorlopig toetsingsadviesHet rapport over de aanleg en het gebruik van de warmtetransportleiding Rijswijk-Leiden is grondig en uitgebreid. Er is één leidingroute onderzocht, met enkele varianten in routes voor het eerste en laatste deel van de leiding. Het rapport is niet helder over de manier waarop weidevogels beschermd worden. Ook is de ligging van de leiding ten opzichte van Werelderfgoed Neder-Germaanse Limes niet duidelijk, en hoe de bijzondere waarden van dit werelderfgoed beschermd worden. Tenslotte is de tijdelijke geluidhinder bij aanleg van de leiding nog niet volledig in beeld gebracht, net als de stikstofuitstoot bij storingen. De provincie Zuid-Holland volgt het advies van de Commissie om het rapport aan te vullen voordat zij een besluit te neemt over de warmtetransportleiding Rijswijk-Leiden.
Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert ook andere oplossingen te onderzoeken om woningen en bedrijven op een duurzame manier te verwarmen. Laat voor iedere oplossing zien wat de klimaatwinst en milieugevolgen zijn, zo adviseert de Commissie. Op koude winterse dagen kan de leiding niet voldoende warmte aanleveren. Daarom worden er twee installaties gebouwd die voor extra verwarming kunnen zorgen. Deze installaties werken op aardgas en zorgen ook bij onderhoud of storingen voor voldoende warmte. Omdat ze deel uitmaken van het plan moet milieueffectrapport ook de effecten van deze installaties laten zien.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Lidwien Besselink |
ir. Tilly Fast |
drs. Allard van Leerdam |
drs Sigrid van Roode |
Voorzitter: ir. Annemie Burger
Werkgroepsecretaris: drs. Leontine van der Meer
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Gasunie |
Warmtelink |
Vattenfall |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieƫn Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
008.1 | Project-m.e.r. en plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling |
C15.1 | 2018: infriltratie van water in de bodem of onttrekking grondwater alsmede wijziging of uitbreiding van bestaande infriltraties en onttrekkingen >=10 milj m3 pj |
C22.1 | 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van thermische centrales en andere verbrandingsinstallatie met vermogen >=300 megawatt(thermisch) |
D08.4 | 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een buisleiding met diameter >=1 m en lengte >=10 km voor transport van warm water of stoom |
D15.2 | 2018: aanleg, wijziging, of uibreiding van werken voor onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater >=1,5 milj m3 pj |
D22.1 | 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een industriƫle installatie bestemd voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water indien elektriciteitscentrale met een vermogen van 200 megawatt (thermisch) of meer en, indien het een wijziging of uitbreiding betreft, en het vermogen met 20% of meer toeneemt of de inzet van een andere brandstof tot doel heeft |
Bijgewerkt op: 15 feb 2024