493. Calandverbinding; Maasvlakte - Ridderkerk
De directie Zuid-Holland van Rijkswaterstaat heeft het voornemen de Calandverbinding in het Rijnmondgebied aan te passen. Dit is een onderdeel van het zogeheten Maricorproject, dat zich richt op de ontwikkeling van de hoofdinfrastructuur in de corridor Maasvlakte – Ridderkerk. De gemeenteraad van Rotterdam is van plan om een bestemmingsplan op te stellen en daarmee aanpassing van de Calandverbinding mogelijk te maken. De bedoeling is om zo het lokale bereikbaarheidsknelpunt op te lossen dat wordt veroorzaakt door de beperkte capaciteit van de huidige Calandverbinding. Enkele van de voorgestelde oplossingsvarianten zijn onderhevig aan de m.e.r.-plicht.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
25-03-1993 Datum kennisgeving |
25-03-1993 Ter inzage legging van de informatie |
26-05-1993 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing |
06-09-1995 Kennisgeving MER |
06-09-1995 Ter inzage legging MER |
29-11-1995 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
In het MER is een globale afweging gemaakt tussen verschillende alternatieven in de vorm van aanleg van een tweede brug, al dan niet verhoogd ten opzichte van de huidige brug en aanleg van een tunnel naast de bestaande brug. Voor de tunneloplossing zijn verschillende varianten uitgewerkt. In haar toetsingsadvies concludeerde de Commissie dat het MER voldoende informatie bood voor de besluitvorming over het bestemmingsplan. Zij adviseerde om op enkele punten nader in te gaan bij de besluitvorming. Deze punten zijn:
● het openhouden van de mogelijkheden tot aanleg van een spoortunnel;
● een bespreking van alternatieven in het kader van de Maricor-studie;
● de aard van de te realiseren weg (autoweg of autosnelweg);
● mitigerende maatregelen om te hoge NO2-gehalten te voorkomen.
Het ontwerp-besluit gaat niet in op de alternatieven die in Maricorverband zijn onderzocht. In het ontwerpbesluit wordt gekozen voor de tunnelvariant 4 zoals beschreven in het MER, uitgaande van een autosnelweg. In deze variant wordt een tunnel aangelegd naast de bestaande brug. Het verkeer voor de tunnel en de brug splitst zich vlak vóór het Calandkanaal. Ten opzichte van andere tunnelvarianten uit het MER scoort deze variant (evenals het mma) gunstig wat betreft natuur en milieu en kosten. De keuze is gevallen op variant 4 omdat deze ten opzichte van het mma 17 ha minder ruimtebeslag legt op een bedrijventerrein.
Daarbij wordt geconstateerd dat bij deze variant de contour van de grenswaarde voor NO3 buiten de woonbebouwing van Rozenburg ligt. De noodzaak voor mitigerende maatregelen op dit punt komt daarmee te vervallen.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
drs. Hans Eerens |
ir. Jan Termorshuizen |
ir. Vinjé |
ir. van Wouden |
Voorzitter: ir. Karel Veldhuis
Werkgroepsecretaris: ir. Veronica ten Holder
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Rijkswaterstaat |
Bevoegd gezag |
---|
Rotterdam |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C01.2 | tot 1-4-2011: Aanleg auto(snel)weg |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007