538. Dubbel EOT De Haar, luchtmobiele Brigade

Defensie is van plan om op basis van het Structuurschema Militaire Terreinen een oefenterrein van ongeveer 450 ha in te richten, te gebruiken en te beheren in het gebied De Haar op het grondgebied van de gemeenten Assen en Beilen. Het oefenterrein zal gebruikt gaan worden door een eenheid van de Luchtmobiele Brigade. Het oefenterrein zal ook gebruikt worden als ‘overig oefenterrein’.  De m.e.r.-procedure is aanvankelijk gestart voor het inrichtingsplan van het voorgenomen EOT De Haar, ter grootte van ongeveer 250 ha. Vervolgens is besloten tot de aanleg van een dubbel EOT in het gebied De Haar/Laaghalerveen ter grootte van 450 ha. In 1992 is in de Prioriteitennota van het ministerie van Defensie een wijziging van het gebruik van het oefenterrein bepaald, namelijk als oefenterrein voor een bataljon van de Luchtmobiele Brigade. Het gewijzigde voornemen houdt in een gewijzigd gebruik en inrichting van het terrein, waardoor andere milieueffecten optreden1.   1De samenstelling van de werkgroep, alsmede het projectnummer, is om die reden gewijzigd. 

Procedure en adviezen

Richtlijnen
01-09-1993 Datum kennisgeving
01-09-1993 Ter inzage legging van de informatie
04-11-1993 Advies uitgebracht
richtlijnadvies
Toetsing
06-09-1995 Kennisgeving MER
06-09-1995 Ter inzage legging MER
15-11-1995 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Bij de toetsing was de Commissie van oordeel dat het MER voldoende informatie bevatte voor de verdere besluitvorming. In haar advies gaf de Commissie aanbevelingen met betrekking tot onder meer de geluidbelasting door helikoptergebruik (stimuleren van onderzoek naar belevingseffecten van helikoptergeluid) en het afstemmen van cultuurtechnische maatregelen op de (geo)hydrologische gesteldheid van het gebied om het risico van ongewenste grond wa terstandveranderingen te verkleinen. 

Daarnaast vestigde de Commissie de aandacht op onjuistheden in het MER in de beschrijving van de geohydrologie en een daarmee samenhangend restant van een historisch bevloei ingssysteem. Door de inbreng van een van de werkgroepleden (drs. G.J. Baaijens) werd in het advies een nieuw inzicht en hypothese gepresenteerd over het geohydrologische systeem. Geadviseerd werd om het uiteindelijke plan beter te laten aansluiten op de geohydrologische situatie van het gebied.

Voor het ministerie van Defensie vormde het toetsingsadvies op dit onderdeel aanleiding om aanvullend onderzoek te laten uitvoeren door het Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer te Wageningen (IKC). Dit resulteerde in een rapport Systeemanalyse van toekomstig militair oefenterrein De Haar, studie naar waterhuishouding, bodem en vegetatie (maart 1997). In deze studie wordt de hypothese van de Commissie bevestigd.

Bij het besluit over de vaststelling van het Inrichtingsplan werd geen evaluatieprogramma vastgesteld. Wel geeft het besluit aan dat binnen vijf jaar na realisatie van de inrichting van het oefenterrein een evaluatie zal worden uitgevoerd naar de gevolgen voor het milieu.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

drs. Gert Jan Baaijens
kol. bd. Hagen
dr. Marjan van Herwijnen
Nip

Voorzitter: dr. Jacques de Smidt
Werkgroepsecretaris: drs. Alfons Vernooij

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Ministerie van Defensie

Bevoegd gezag
Ministerie van Defensie

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Drenthe


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C07.0 tot 1-4-2011: Aanleg militair oefenterrein >= 100ha

Bijgewerkt op: 31 aug 2007