573. A58, omlegging Etten-Leur, wegvakken Etten-Leur

Vanwege toenemende drukte op de Oude Bredaseweg tussen Breda en Roosendaal hebben Rijkswaterstaat en Etten-Leur op 15 december 1962 een overeenkomst gesloten om het oude tracé te vervangen door een rijksweg. Een vervangende rijksweg, de Kempenerrandweg, zou na aanleg aan de gemeente worden overgedragen. In het Structuurschema Verkeer en Vervoer werd echter uitgegaan van een driebaans autoweg, zonder Kempenerrandweg. Russen 1975 en 1982 ontwikkelde Rijkswaterstaat de tracénota rijksweg 256 (A58), gedeelte Etten-Leur, zonder daarin overigens een voorkeurstracé aan te geven. De gemeente Etten-Leur gaf via de nota D'r om of d'r onder van 1977 wel twee voorkeuren aan: een rijksweg zuidelijk van de bebouwde kom of een ter plaatse van het huidige tracé in een lange tunnel.  Bij raadsbesluit is op 17 mei 1982 vastgesteld dat alleen de krappe omleiding onder bepaalde voorwaarden aanvaardbaar zou zijn. Op 4 april 1985 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat een tracébesluit genomen voor rijksweg 58, omlegging Etten-Leur, op basis van het krappeomleidingsalternatief. Namens de Minister van Verkeer en Waterstaat heeft Rijkswaterstaat, directie Noord-Brabant op 21 mei 1990 een overeenkomst gesloten met Etten-Leur om rijksweg 58 te kunnen aanleggen. Op 3 juni 1991 stelde de gemeenteraad van Etten-Leur het bestemmingsplan RW58, de tweede partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied en het Uitbreidingsplan in hoofdzaak vast. Nadat GS van Noord-Brabant hier op 6 december 1991 goedkeuring aan hadden verleend, zijn de besluiten op 31 augustus 1993 door de Kroon vernietigd, omdat geen m.e.r. conform de EG-richtlijn was toegepast. Daarom heeft Etten-Leur op verzoek van Rijkswaterstaat besloten alsnog de m.e.r.-procedure te starten voor de ruimtelijke inpassing van deze rijksweg binnen de gemeentegrenzen.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
06-12-1993 Datum kennisgeving
06-12-1993 Ter inzage legging van de informatie
27-01-1994 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
12-10-1994 Kennisgeving MER
12-10-1994 Ter inzage legging MER
14-10-1994 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
12-12-1994 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Tijdens het vooroverleg brachten veel insprekers naar voren, dat het tracé van de rijksweg ter discussie zou moeten staan, dan wel dat ten minste het alternatief zou moeten worden onderzocht waarbij de rijksweg via een tunnel onder de traverse Etten-Leur zou gaan. Bij haar richtlijnenadvies wees de Commissie Etten-Leur op deze reacties en stelde, dat nieuw onderzoek naar tracés niet nodig was, omdat de hoofdlijnen van tracékeuzen al in het onderdeel Evaluatie milieuaspecten van het MER over de wegvakken Rucphen1 aan de orde waren gesteld. Opname van deze informatie in het nieuwe MER zou naar de mening van de Commissie volstaan. Overigens merkte de Commissie op dat deze tunnelvariant het meest milieuvriendelijk bleek te zijn in dit MER. 

Het MER is tezamen met het bewuste rapportonderdeel ter inzage gelegd.

In haar toetsingsadvies stelde de Commissie dat het MER voldoende informatie bood voor de besluitvorming. In enkele gevallen ontbreekt echter een motivering van keuzen, of is die motivering niet duidelijk. Zij vroeg de motiveringen in het besluit nader toe te lichten.

Zij stelde dat het niet juist was om, zoals het MER deed, de tunnelvariant te beschrijven als het gunstigst vanuit de optiek van natuur en landschap: vanuit alle milieuaspecten scoorde de tunnelvariant het beste.

In haar toetsingsadvies vroeg de Commissie om bij de besluitvorming een nadere afweging te maken tussen de voorgenomen activiteit en een meer verdiepte ligging van de weg –een zogeheten groenebakconstructie – waarbij vooral zou worden ingegaan op de mitigerende maatregelen voor de waterhuishouding (bijvoorbeeld folie). Bij de aansluiting Vosdonk suggereerde de Commissie een oplossing op maaiveldsniveau, met de kruisende weg eroverheen.

Ook vroeg zij nader aan te tonen, waarom er geen hogere geluidswallen zouden kunnen aangebracht. Het MER gaf hiervoor enkele onduidelijke argumenten.

Bij het besluit stelt de gemeente, dat het bestemmingsplan nauwelijks afwijkt van het bestemmingsplan van 1991. Bezwaren van insprekers, die de voorkeur aan de tunnelvariant gaven, worden behandeld met de opmerking dat de argumenten om deze niet te kiezen staan aangegeven in het evaluatierapport en dat de bezwaren ongegrond zijn. De gemeente geeft aan, dat het toetsingsadvies aanbeveelt om in het besluit zelf nog eens te verduidelijken waarom niet is gekozen voor de variant waarbij de A58 bij de aansluiting Vosdonk op maaiveld wordt aangelegd en de kruisende weg eroverheen.

Op 27 september 1995 keurden GS van Noord-Brabant het bestemmingsplan en de samenhangende herzieningen goed.

Op 4 oktober 2004 is een evaluatieverslag vastgesteld door de gemeenteraad. Uit dit evaluatieonderzoek blijkt dat de gegevens m.b.t. lucht, hydrologie en geluid uit het MER geen grote verschillen met de werkelijke situatie laten zien.

1 Zie project 440. 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Jaap Groenhuijse
drs. Adrie de Jong
ir. Wim Keijsers

Voorzitter: ir. Peter van Duursen
Werkgroepsecretaris: drs. Tjeerd Gorter

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rijkswaterstaat

Bevoegd gezag
Etten-Leur

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Brabant


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C01.1 Aanleg hoofdweg

Bijgewerkt op: 31 aug 2007