808. Verbetering Waalbandijk, dijkvak Lent - Oosterhout - Loenen
Het dijkvak Lent – Oosterhout – Loenen voldoet bij de nieuwe maatgevende hoogwaterstanden op een aantal trajecten niet aan de te stellen eisen met betrekking tot kruinhoogte, piping, stabiliteit en erosiebestendigheid. Verder is op delen van het buitentalud sprake van erosiegevoeligheid. Het polderdistrict ontwikkelt daarom een dijkverbeteringsplan voor dit deel van de Waalbandijk.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
10-07-1996 Datum kennisgeving |
10-07-1996 Ter inzage legging van de informatie |
10-10-1996 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing |
19-03-1997 Kennisgeving MER |
19-03-1997 Ter inzage legging MER |
22-05-1997 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
De openbare kennisgeving van de start van de m.e.r.-procedure vond plaats in de regionale en lokale kranten van 10 juli 1996. De openbare kennisgeving in de Staatscourant vond later plaats, namelijk op 11 september 1996. De inspraaktermijn werd hierdoor verlengd met vier weken.
De Commissie haakte in haar advies in op de informatie in de startnotitie. Dit betekent in feite dat de Commissie een aantal stappen in de planvorming zoals die zijn gepresenteerd in de startnotitie al op juistheid, compleetheid en relevantie voor de besluitvorming heeft getoetst. De startnotitie bevatte een duidelijk gemotiveerde visie op de landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische (LNC)-waarden, de knelpunten en de oplossingsrichtingen. Deze visie heeft de instemming van de adviesgroep. Het MER kan daardoor de principeoplossing die in de startnotitie is beschreven als uitgangspunt nemen.
De Commissie heeft het MER als voldoende beschouwd voor de besluitvorming maar heeft in overweging gegeven om, ten aanzien van de keuze voor harde taludbekleding van het buitentalud, door middel van een monitoringsprogramma na te gaan of harde taludbekleding ook echt noodzakelijk is. GS heeft deze overweging niet betrokken bij het besluit over dit dijkverbeteringsplan. GS geeft in haar toelichting op het besluit echter aan dat zij met het oog op nog komende dijkverbeteringen over duidelijke spelregels wil beschikken met betrekking tot de toepassing van harde taludbekleding bij de bovenrivieren.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
dr. Louis Fliervoet |
ir. Gyula Flóriàn |
ing. Dick Hamhuis |
drs. Lammert Prins |
Voorzitter: dr. Jacques de Smidt
Werkgroepsecretaris: drs. Rob Bonte
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Polderdistrict Betuwe |
Bevoegd gezag |
---|
Gelderland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Gelderland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C12.2 | tot 1-4-2011: Zee-, delta- of rivierdijk >= 5km, 250m3 profiel: wijziging of uitbreiding |
Bijgewerkt op: 10 mrt 2010